Je keek steeds vaker in de glazen,
maakte bodem tot je grens:
maar terug kon je altijd, en weer -
tot zelfs de scherven braken.
Dacht je nou dat je ontkomen zou als je wegliep voor de liefde -leeg je leven liefste. Het weegt niet zo zwaar als je met lood in je schoenen niet het water in durft - dat ik op mijn hakkenschoenen je achterna zou rennen? Het woord is al cliché genoeg.
Dat je geen ideaalbeeld had, dat viel, zegt dat je verdorven bent, dus blijf
weg van me, ik ben het verdriet dat blijft terwijl jij in mij onder-gaat,
dit is de melancholie die in het water cirkels rond je stappen maakt.
Je ontkomt niet, maar slaat terug op de kant;
maar welke? Scherven maak je toch wel,
nu de rest van wat kapot ging.
Ik blijf niet plakken.
|