Hoi, zouden jullie dit willen invullen, want dan maken jullie mensen blij.

Vanaf 16 jaar.
Enquête Immigratie
Bent u het hier mee eens of niet?
1. Vreemdelingen die al 5 jaar of langer in Nederland wonen, mogen niet meer worden uitgezet.
A. Mee eens
B. Niet mee eens
C. Weet ik niet
2. Het vreemdelingenbeleid is te streng.
A. Mee eens
B. Niet mee eens
C. Weet ik niet
3. Er moet een generaal pardon komen.
A. Mee eens
B. Niet mee eens
C. Weet ik niet
Kennis over vreemdelingenwet.
4. Waar moet een vreemdeling die in Nederland aankomt asiel aanvragen?
A. Bij de gemeente
B. Op het politiebureau
C. Bij de IND
D. Bij het asielzoekerscentrum
E. Bij de douane
5. Aan welke voorwaarden moet een vreemdeling voldoen om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd te krijgen? (Meerdere antwoorden mogelijk).
A. 5 jaar in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, op grond van een niet-tijdelijke reden.
B. Geen gevaar voor de openbare orde
C. Geldig document waarmee je kunt bewijzen wat je identiteit en nationaliteit is.
D. Getrouwd zijn met een Nederlander.
6. Als iemand een tijdje wil komen werken of studeren in Nederland, wat moet hij/zij dan aanvragen en waar moet hij/zij dat aanvragen?
A. In Den Haag, een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.
B. In Den Haag, een machtiging tot voorlopig verblijf.
C. Bij de Nederlandse ambassade in eigen land, verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.
D. Bij de Nederlandse ambassade in eigen land, machtiging tot voorlopig verblijf.
E. Bij de Nederlandse douane, verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.
F. Bij de Nederlandse douane, machtiging tot voorlopig verblijf.
Ja of Nee?
7. Ik heb allochtonen in mijn vriendenkring.
A. Ja
B. Nee
8. Ik heb allochtone collega’s/klasgenoten.
A. Ja
B. Nee
Waar of niet waar?
9. Asielzoekers die al meer dan 10 jaar in Nederland zijn kunnen worden terug gestuurd naar het land van herkomst.
A. Waar
B. Niet waar
10. Er worden soms gezinnen uit elkaar gehaald. Bijvoorbeeld: de vader moet het land verlaten en de moeder en de kinderen mogen blijven.
A. Waar
B. Niet waar