Proloog
Ik vergat haar naam en tegelijkertijd kalkte ik met lippenstift 'Sterre' op de spiegel. ' Zo heet je toch?'
Ze knikte, trok haar string omhoog en de W.C. door.
'Sorrie, dat dit gebeurt.. ik kan je naam niet in mijn geheugen griffen, misschien moet ik het dan maar in mijn arm..'
' Nee, ik zorg wel dat je het onthoud.. ooit.'
' Je weet dat ik je niet..'
' Je weet dat ik je nooit zal verlaten, dus vergeet dat maar snel.'
' Zal niet zo' n groot probleem zijn.'
Tussen al het traanvocht door ontstond een glimlach en ze fluisterde zachtjes, lieflijk, zoals dat vast nooit eerder had gedaan in mijn oor:
'Je waagt het om te vergeten dat ik altijd, maar dan ook altijd van je zal houden'
Een kus en een 'ben zo terug' volgden.
' Zeg, is de badkamer altijd al groen geweest?' riep ik haar nog na, maar een antwoord bleef uit.
' Waarschijnlijk wel.
' Toch?'
Vragend keek ik tussen de lippenstift door naar een gehavende persoon. Een schim van wat hij geweest moet zijn. Nu slechts een lege huls zonder verleden en zonder toekomst. Hij lacht in ieder geval nog.
' Ja.' antwoorde hij, ' Ja, waarom niet?'
' Groen?'
' Groen.'
' Zei je groen?'
' Ik zei groen, ha! Alsof deze jongen een geheugenstoornis heeft! Deze jongen zei groen!'
' Dat verdient een dansje!'
' I could'nt agree more'
Ik had de belachelijke neiging om hele dialogen met mezelf te voeren; naast wat ze 'Repetive Shortterm Amnesia' noemden leed ik duidelijk ook aan schizofrenie. Daarbij komt ook nog dat overwinningsdansje; voor iemand die een geheugen heeft dat even goed functioneert als dat van een kip is het onthouden en uitvoeren van een hele houvast, hoe triest ook. Jammergenoeg duurde het dansje altijd net iets te lang om nog te kunnen onthouden waarom ik de pasjes altijd zo zo nauwgezet deed.
' T' is verdomme altijd al groen geweest, ha!'
' Ik ben twee minuten weg en je krijgt het voor elkaar om..' met een zucht vervolgde ze: 'De kleur van de badkamer is niet belangrijk. Het brengt je alleen maar in de war en we willen je niet nog gekker maken dan je al bent.'
Mijn ogen volgden het stemgeluid langs de spiegel naar de deur. En daar, daar in de deurpost, stond ze: gehuld in string en een strak geel T-shirt, haar opgestoken, mascara uitgelopen. Ze scheen zo puur.
'Sterre?'
'Hufter,' grijnsde ze, 'amnesie blijkt zo slecht nog niet als je "liefde op het eerste gezicht" zo'n acht keer per dag ervaart, huh?'
|