Hitchcock: altijd vermakelijk en vakwerk op alle gebieden.
Kubrick: spannend, mysterieus, visueel sterk en goed gebruik van muziek.
David Lynch: charmant, sfeervol en geestig. Ik hou van zijn situaties die neigen naar het abstracte, maar nog net genoeg contact met logica hebben om interessant te blijven.
Coen Brothers: vaak grappig en/of spannend, leuke personages en een aangename afwijzing van de misvatting dat iedere film een begin, midden en einde moet hebben waarin alles narratief met elkaar verbonden is. Geen saaie pogingen om alles uit te leggen en af te ronden, gewoon non-stop vermaak.
Woody Allen: grappig, innovatief, soms melancholisch.
__________________
That's what happens when you look, lady. Now you're a salt pillar, and all the deer are gonna lick ya.
|