Actiefburgerschap = Het gevoel deel te zijn van een eenheid en zich pro-actief ervoor inzetten
Algemeen kiesrecht = iedere volwassene mag stemmen zonder beïnvloed te worden
Alternatieve straf = een straf aangeboden als alternatief op een vrijheidsontnemende straf.
Beleidssepot = Het laten vervallen van e.o.a. Beleid.
Blauwenboordencriminaliteit = Criminaliteit in niet kapitale kringen; gewoonlijk diefstal of andere kleine misdrijven, overvallen of smokkel.
Bourgeoisie = de gegoede burgerij, leent zijn status af aan rijkdom, niet zozeer aan familiebanden.
Codificatie = Op schrift gesteld.
Criminaliseren = als misdaad afschilderen.
Cultuur = gebruiken die toegekent kunnen worden als algemeen voor een groep mensen.
Daadgericht = Gericht op het voorkomen van daden.
Dadergericht = Gericht op het vastzetten/begeleiden van daders.
Dading = Schikking teneinde een rechtzaak te be-eindigen.
Decriminaliseren = een misdaad relatieveren zodat het niet meer klinkt als misdadig; zie ook criminaliseren
Eigenrichting = het vereffenen van een rechtsverschil zonder gebruik te maken van de rechtelijke macht.
Gedogen = Een verbod niet of niet compleet handhaven uit maatschappelijk oogpunt.
Gelijkheidsbeginsel = De kern van de grondwet; iedereen heeft gelijke rechten en plichten ten aanzien van de natie.
Geweldsmonopolie = alleenrecht op geweld; het geweldsmonopolie behoort in nederland toe aan de staat uitgevoerd door de militaire macht en de civiele politie; volgens max weber een definiëerend kenmerk van een souvereine staat
Gezagsdrager = vertegenwoordiger van het gezag (bv. Politie) verantwoordelijk voor het handhaven van wetten.
Grondwet = Grondbeginsel van het land met de meest algemene en belangrijke wetten.
Hoger beroep = Een protest tegen de uitspraak van een rechter waarbij gevraagd wordt om herevaluatie door een andere rechtbank.
Immateriële schade = Schade van niet materiële aard (kan niet in kosten worden uitgedrukt)
Klassenjustitie = een verschil in (de aanpak van) rechtspraak afhankelijk van de sociologische achtergrond van de verdachte.
Legaliteitsbeginsel = een persoon alleen gehouden kan worden aan wetsbepalingen die al bestonden op het moment dat die persoon datgene doet waarop die wet betrekking heeft
Macht = de mogelijkheid regels te vormen en te zorgen dat ze nageleefd worden.
Machtenscheiding = Politiek systeem van charles de montesquieu, verdeling van macht in 2 of 3 lagen waarbij er een kenmerkend verschil is tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechtelijke macht met elk hun eigen taken, dit itt. Dat de macht bij 1 of enkele personen ligt.
Machtsmiddelen = iets waardoor macht wordt uitgeoefend bijv leger
Manipulatie = beïnvloeden
Naming and shaming = benoemen en belasteren
Noodweer = niet rechtmatige handeling die niet verwijtbaar is omdat de persoon in kwestie niet anders kon gezien zijn persoonlijke veiligheid.
Noodweerexces = Art. 41 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht, de wettelijke bepaling die vervolgen van mensen die uit noodweer handelden moet voorkomen.
Normen = Algemeen overeen gekomen sociologische regels, noodzakelijk beschouwd voor een goede samenleving.
Objectieve veiligheid = veiligheid die voldoet aan gestelde voorwaarden (normen en wetten)
Ontlastend bewijs = bewijs wat aantoont dat de verdachte niet of minder schuldig is aan de aanklacht
Onschuldpresumptie = De verdachte wordt als onschuldig gehouden tot het tegendeel bewezen is.
Pakkans = de statistische kans dat een dader van een bepaald delict voor de rechtelijke macht wordt gebracht.
Positieve discriminatie = Voordelen toekennen op basis van verschil tussen mensen (bv. Cultuur, afkomst, leeftijd e.d.)
Preventief bewapen = geen idee; bewapenen voor er iets gebeurt?
Preventief fouilleren = steekproefgewijs controleren van mensen door kleding en bagage te doorzoeken en evt. visiteren.
Proportioneel geweld = Een mate van geweld toegespitst op de situatie.
Publiek bezit = Algemeen eigendom van de gehele natie, t.o.g.v. Privaat bezit.
Reactief strafrecht = optreden na het delict, t.o.g.v. Preventief strafrecht.
Rechtsstaat = Een staat waarin de macht beperkt wordt door het recht.
Referentiekader = algemeen beschouwde omstandigheden waar aan de hand van analyse plaatsvind.
Resocialisatie = Het (goed) terug laten keren in de maatschappij, ook; het begeleiden tot goede terugkeer in de maatschappij.
Risicojongeren = Jongeren die door hun sociologische (en/of andere) omstandigheden een vehoogd risico hebben in de criminaliteit te belanden.
Rol rechtbank = dit is geen begrip, maar de rol van de rechtbank is dus de rechtelijke macht; kijk hiervoor bij machtenscheiding
Schikken = zie dadind
Selectieve perceptie = Beperkte waarneming.
Seponeren = het laten vervallen van een gerechtelijk proces
Soevereiniteit = hoogste gezag, in moderne zin van het woord; 'theoretische onschendbaarheid'
Standenmaatschappij = Maatschappij met sterk gedefinieerd verschil tussen standen en klassen en resp. hun rechten en plichten.
Strafkans = De statistische kans dat een dader daadwerkelijk vervolgt wordt voor het misdrijf (anders dan pakkans)
Subjectieve veiligheid = Veiligheidsgevoel.
Taakstraf = Straf bestaande uit arbeid aangeboden ter alternatief voor een vrijheidsontnemende straf (en soms ter alternatief van een financiële transactie)
TBS = ter beschikking van de staat, wordt als straf gegeven aan veroordeelde daders die in hoge mate gevaarlijk voor de maatschappij worden geacht (door de aard van de daad, de kans op recidive of door de schade toegebracht)
Totalitaire staat = Staat waarbij de feitelijke macht in handen van 1 of enkele personen is.
Trias politica = zie machtenscheiding
Tunneldenken = Alleen vanuit een enkele visie willen denken zonder nuances aan te brengen, zelfs nadat het tegendeel is bewezen.
Verborgen criminaliteit =
Waarden = Beoordeling door een persoon of door personen.
Wittenboordencriminaliteit = Criminaliteit in kapitale kringen zoals o.a. Bedrijven; gewoonlijk fraude, witwassen e.d.
__________________
B. kiest tussen nergens vertroosting in vinden of door niet te speculeren of door filosofisch te redeneren, de derde optie betekent putten uit alle bronnen
|