Wat bedoel je met namen analyseren? Dat je gewoon moet zeggen 'oké, dit is de naam, en hieraan zie ik dat (...)' Want dat is niet zo heel moeilijk. Het is eigenlijk heel makkelijk: Bariumchloride betekent dat het een zout is van barium en chloride. Calciumfosfaat is een zout van calcium en fosfaat. Natriumcarbonaat van - inderdaad - natrium en carbonaat.
En dan kun je opzoeken welke ladingen elk apart deel heeft, het metaaldeel (calcium, ijzer, barium) heeft een positieve lading, het moleculaire deel (jodide, sulfaat, nitraat) een negatieve lading. Samen moeten die ladingen 0 worden. Dus stel, je hebt zout AB en A heeft een lading van -2 en B een lading van +1, dan moet je twee keer B hebben (2 x +1 = +2) om samen een lading van 0 te krijgen. Dan is je molecuulformule AB
2.
En heb je AC met A een lading van -2, en C met +3, dan moet je drie maal A hebben (-6) en tweemaal C (+6) om zo op nul uit te komen. Dat is dan dus A
3C
2.
En als de ladingen gelijk zijn, dan heb je gewoon 1 deel van elk. Bijvoorbeeld EF als E een lading van -1 en F een lading van +1 heeft.
En hoe vind je die ladingen? Dat kun je in Binas terugvinden. Bij 'gewone' atomen zoals calcium, kun je in je periodieke systeem kijken - het aantal stapjes (naar voor of naar achter, wat de kortste weg is!) naar het meest rechtse rijtje (de edelgassen, als ik nu geen termen door elkaar gooi) is de lading. Dus zeg maar, als je molecuul in het rijtje vóór het laatste rijtje hebt, is je lading -1. Heb je het rijtje daarvóór, dus twee rijtjes voor het laatste rijtje, is het -2. Die daar weer voor is -3. En het allereerste en linkse rijtje is weer +1. (Let op de plus!) Dat komt doordat ieder atoom éigenlijk een edelgas wil zijn. Koninklijke ambities ofzo. En om daar op te lijken, gaan ze zeggen 'we willen net zo veel elektronen als het edelgas dat het dichtst bij ons staat!'. En als je dan net voor een edelgas staat, dan mis je nog één elektron, en die jat je dan als je de kans krijgt. Doordat een elektron negatief geladen is (elk elektron erbij is eigenlijk -1, en elke eraf is daardoor +1) krijgt dat atoom dan een negatieve lading van -1. Als ie er twee plaatsen vóór staat, wil ie twee elektronen jatten (zuurstof bijvoorbeeld) en krijgt het atoom twee negatieve ladingen.
En als je dus helemaal links staat, heb je eigenlijk één elektron méér dan het edelgas dat het dichts in de buurt staat (namelijk die aan het einde van het rijtje erboven) en wil dus een elektron kwijtraken. Dus geeft hij dan z'n elektron weg, en krijgt hij een positieve lading (iets negatiefs weggeven, maakt je meer positief).
En als het een samengesteld ding is, zoals carbonaat, staat er wel ergens een rijtje waarin staat welke lading het dan heeft en hoe het molecuul eruit ziet. Rond tabel 50, in die buurt.