Hoi allemaal,
Ik had een aantal vragen over de molecuulbouw van stoffen. Termen als dipoolmoment en apolaire stoffen vliegen ons om de oren. Ik snap er weinig van.
Nu de volgende vragen:
- In het boek staat het volgende: ''gegeven is dat het centrale stikstofatoom in NH
3 drie bindende elektronenparen en een niet-bindend elektronenpaar heeft, het omringingsgetal is dus 4.''
Hoe komen ze hier op?

Hoe bepaal ik het omringinsgetal van een atoom? Ik weet hier alleen dat het N-atoom een covalentie van 3 heeft. Maar hoe ze aan die 4 komen? Geen idee. Wat bedoelen ze ook met 'chiraal centrum'?
Dan het hele drama rond stereo-isomeren. De vraag in het boek luidt:
''Er zijn in totaal 4 isomeren van dibroomcyclopropaan''
- Welke van deze vier isomeren vertonen spiegelbeeldisomerie.
Ik kan van deze stof twee cis isomeren en twee trans-isomeren tekenen. Maar hoe bepaal ik bij deze twee vormen of ze spiegelbeeldisomerie vertonen?