Een pijl gaat door de lucht,
een zwaard gaat in het rond.
We trekken snel ten strijde
en winnen al wat grond.
De tweeling staat te wachten,
ze willen nog niet gaan.
Hun moeder blijft nu achter,
ver bij hen vandaan.
Maar dapper als ze wezen,
gaan ze met ons mee.
Van de trap af naar beneden,
we doen het tree voor tree.
Beneden aangekomen,
zien we ze al staan.
Het zijn de boze wolven,
we moeten hier vandaan!
We rennen en we vluchten,
zo ver hier uit de buurt.
Maar de wolven schrikken niet,
wan de pijl die door ons werd gevuurd.
We houden het maar bij lopen,
want vechten heeft geen zin.
Tegen een stuk of honderd wolven,
daar zit je zo middenin.
Ons gevecht gaat door,
maar met wie zijn we aan het vechten?
De vijand is onzichtbaar,
maar wonden moeten we wel hechten.
We blijven nu maar slaan en schieten
en gaan er ook maar voor.
Dan opeens is het duidelijk,
onze vijand is.(..)
__________________
Ik ontken met kracht dat ik erkenning geef aan mensen die onkennen te erkennen onkennend miskend te zijn...:p
|