Dit is eigenlijk voortgekomen uit een msngesprek van mezelf en een vriendin van me en daarna beetje aan elkaar geplakt en aangevuld:
Soms als ik naar huis fiets ‘s avonds en ik opkijk naar de lucht boven me, zow mooi, zow puur, dan lijkt de hele wereld in het schijnsel van een paars licht te staan. Op zulke momenten ben ik oprecht blij dattik leef en dat wat er ook gebeurd ik altijd nog mijn perceptie van de wereld heb, niet minder en niet meer, gewoon mooi, zoals alleen ik hem kan maken en net zo ongrijpbaar, want geen mens zal ooit de lucht opnieuw kunnen scheppen.
Dat geen mens de lucht opnieuw kan scheppen is een mooie gedachte op het moment zelf, maar wanneer je je chronisch leeg voelt doet het je niks. De paarse lucht maakt je dan alleen maar depressiever, omdat hij je doet denken aan dat ene speciale moment, het moment waarop je dacht dat je alles aankon en dit tegen alle wensen in maar weer eens niet zo bleek te zijn.
Over deze conclusie moeten we nog eens goed nadenken mijn beste, de waarde die je hecht aan dingen is veranderlijk misschien zelfs verraderlijk, soms kan ik me troosten met de gedachte dat de mens niet op alles zijn invloeden en macht kan uitoefenen. Dat in een wereld waar alles verandert, waar ik verander, heus niet altijd ten goede, de lucht altijd hetzelfde zal blijven, puur en ongerept.
De waarde die je hecht aan dingen is verraderlijk. De lucht blijft niet hetzelfde, nu schijnt de zon maar straks kan het regenen. Door de negatieve verandering van mensen worden wij door diezelfde pure ongerepte lucht vergiftigd en tot dood gebracht.
Neen, het verraderlijke is puur de menselijke geest, de lucht is hetzelfde, zal altijd hetzelfde blijven. Alle verschillende facetten zoals: de regen, de bliksem en zelfs de zon, maken de lucht niet minder mooi en zeker nie verraderlijk. Ze benadrukken zijn diversiteit. De lucht kan altijd nog terug veranderen in wat hij ooit was. Niet als de mens, wij wezens zijn na bepaalde gebeurtenissen zodanig getekend dat we nooit meer terug zullen kunnen keren naar wat of wie wij oorspronkelijk waren.
Wil je hiermee aangeven dat dit ontstaat omdat je als individu niks kan beginnen tegen de massa, of dat je bang bent als individu een daad te stellen, omdat we immers voor alles bang zijn?
Deze wending aan het verhaal is me niet geheel duidelijk, maar als je deze associatie toch wilt leggen zou ik moeten zeggen dat beide aspecten een rol spelen in een mensenleven. Er is nooit 1 ding dat zo'n grote invloed kan hebben op alles, zo groot dat geen enkel aspect van het leven, de wereld, de mens zoals hij toen was staande kan blijven. Het zijn altijd meerdere dingen die iets vormen zoals het is, doch denk ik dat we het in dit geval eerder moeten wijten aan de angst van de mens. De angst van onmacht die hij krijgt bij de gedachte dat hij totaal wegvalt tegen de rest van de massa is veel overheersender en dwingender dan het feit of hij waarlijk niets of iets kan beginnen tegen de massa.
|