Uppen is niet toegestaan...
Leuk verhaal, het leest lekker snel weg en het boeit ook wel. Af en toe is het onduidelijk, omdat je het in een der laatste hoofdstukken ineens over het niet meer denken aan je gewicht hebt, terwijl er geen overduidelijke aanwijzing was dat je daar een soort van complex mee had.
In het verhaal zitten een aantal stukken, waarbij de rillingen me over de rug liepen. Hele alinea's met slechts een zinsconstructie...
Je zou het her kunnen schrijven en het elfde hoofdstuk of op kunnen zoeken, of nogmaals kunnen schrijven.
Zulke verhalen zijn vaak redelijk snel geschreven, wanneer je de pret er inhoudt.
"Ik voelde me opgelaten. Het was net alsof ik iets heel spannends ging doen, maar in dit geval kreeg ik alleen maar een les Nederlands. Ik keek het lokaal rond. Het was het tweede uur en de meeste waren nog flink slaperig, waaronder ikzelf. Meneer Bolluijt kwam binnen, zoals altijd, op het laatste moment en -zoals altijd- met zijn kopje thee in zijn rechterhand. Ik pakte mijn boek en nestelde mij behaaglijk, voor zover mogelijk op een schoolstoel, en was helemaal klaar voor de les. Nederlands was altijd een van mijn lievelingsvakken geweest, sinds vorig jaar."
Dit zijn een aantal zinnen, die je eigenlijk
nooit met diezelfde consturctie zovaaak achter elkaar te herhalen. Het leest niet prettig, staat niet mooi en het zorgt ervoor dat de lezer zijn of haar aandacht verliest.
Je hebt namelijk elke keer dezelfde constructie: onderwerp - persoonsvorm - ander werkwoord.
Dat is iets dat je ten alle tijden moet vermeiden, stel een limiet in van maximaal drie keer achter elkaar zo'n constructie.
Anders is het hinderlijke herhaling. Wissel het af met: ander zinsdeel - persoonsvorm - onderwerp.
"Hij was sowieso te oud (37) en getrouwd."
Door deze 'fout' is het overduidelijk dat je verhaal autobiografisch is.

Je hebt namelijk een reeks gedachten neergezet, die voor iedereen makkelijk en goed te volgen zijn. Wat je hier niet moest doen, is zijn leeftijd als notitie erbij geven, het behandelen alsof het slechts een bijkomstigheid is. Zeg het bijvoorbeeld zo: "Hij was sowieso te oud, zevenendertig maar liefst, en getrouwd."
"Begon in maar op leraren (...)"
In moet
ik zijn.
"De bel ging en ik schudde wakker uit mijn dagdromen."
Die zin klopt ergens niet... je wordt wakker geschud uit dagdromen, nu zeg je dat je jezelf wakker schudt.
"De bel ging en ik schudde wakker uit mijn dagdromen. Ik pakte langzaam mijn tas in en bleef samen met Renée als enige in het lokaal over. Bolluijt vroeg wat ik van de film vond. Ik zei dat ik hem wel leuk vond en dat ik het boek niet had gelezen, waarna Bolluijt opperde dat de film dan best spannend was."
Weer hinderlijke herhaling van zinsconstructies.
"In mijn gedachte zag ik Bolluijt aan tafel zitten"
Gedachte
n
"In mijn gedachte zag ik Bolluijt aan tafel zitten, gebogen over zijn nakijkwerk terwijl ik met ons kindje op schoot, een tijdschrift zat te lezen."
Die komma's zijn niet goed geplaatst, beter is:
"In mijn gedachte zag ik Bolluijt aan tafel zitten, gebogen over zijn nakijkwerk
, terwijl ik
, met ons kindje op schoot, een tijdschrift zat te lezen.
"Bolluijt nam (...) was knap."
Weer hinderlijke herhaling van zinsconstructies.
"duits"
Duits
Deel drie: wakker.
Het eerste deel is erg onduidelijk, je hebt daarbij een conversatie, waarbij je het duidelijk kan maken door enters te geven. nu leest het niet prettig.
Ook: achja -> Ach, ja
"wat doet u hier?," zei ik aarzelend"
Het is een vraag, dus je
vraagt iets.
Als je persé meerdere punten achter elkaar wilt zetten, zet er dan
drie neer. Geen twee, vier of nog meer. De standaard regel is drie.
"We praten over van alles"
Praten hoort in de verleden tijd te staan.
"Ik liet het er maar bij. Ik keek op mijn horloge en besefte dat het al wat laat was en dat ik terug moest naar de camping, omdat we binnen een halfuurtje zouden gaan eten en ik nog wilde douchen."
Té lange zin. In stukken hakken.
"We zaten wat (...) naar de camping.
Weer hinderlijke herhaling van zinsconstructies.
Iets verderop heb je ook een heel leger punten, dat hoort niet.
"dat in Mei"
Maanden horen niet met een hoofdletter geschreven te worden.
"Het was woensdag en vandaag zou de (eindexamenklassen) Stunt zijn"
Zelfde verhaal als eerst, m.b.t. de haakjes. Even verderop doe je het weer.
"Maar ook zonder Bolluijt"
Je hoort noch zin, noch alinea met 'maar' te beginnen. Verderop in dit hoofdstuk doe je het nog eens twee keer.
"Maarja, wat moet ik aan?!"
Maar, ja. Ook hoor je noch zin, noch alinea met 'maar' te beginnen.
"Dat ik niets goed kan doen zal maar zeggen."
Kromme zin.
Ik word Hitler de 2de en ik zal hen allen uitroeien"
Tweede. Je hoort cijfers languit te schrijven.
"Je hebt soms wel eens van die dromen,"
Bedoel je hier niet
tijden?
"Ik de hele les lief zijn natuurlijk."
Werkwoord vergeten.