Voor als je tijd over hebt
Hij bevond zich in een drukke menigte.
Dat die drukke menigte hoofdzakelijk bestond uit groen- en geelharige konijnen en drie-vleugelige meeuwen was tot daar aan toe. Dat deze druk aan het kwebbelen waren in een onverstaanbare taal en daarbij continu met hun ogen aan het draaien waren kon hem helemaal niets schelen. En ook dat er zich geen vaste grond onder zijn voeten bevond maar dat hij en de menigte een beetje in de leemte hingen was voor hem geen storend feit. Ze liepen door hem heen. Dat beviel hem minder. Tientallen konijnenwezens waren al dwars door hem heen gelopen en hij nog de doorlopers schenen er nadeel van te ondervinden. Toch was dit niet zijn grootste bron van verwarring. Iets anders deed het hem. Deed wat? Deed de emmer overlopen, het belletje rinkelen, het muntje vallen, doet er niet toe.
De Hoofdpersoon wilde nu wel eens weten wie en waar hij was.
Het komt er echter op neer dat juist die informatie pas in de ontknoping verstrekt wordt. Logisch gevolg hiervan is dat we de rest van het verhaal opgescheept zitten met een gefrustreerde Hoofdpersoon die we niet anders kunnen aanduiden dan de Hoofdpersoon.
Het leuke is dat de Hoofdpersoon oprecht verwacht de komende ogenblikken het antwoord op minstens een van zijn vragen te vinden. Hij weet van niks. Ik heb het hem niet verteld, en jij bestaat niet. Heus waar, vanuit het gezichtspunt van onze Hoofdpersoon ben jíj het fictieve personage, niet hij. Maar dat ga ik niet helemaal uitleggen.
De Hoofdpersoon had zojuist een verkeerd besluit genomen. Echt zijn schuld was het niet, zoals al bekend moest hij zijn besluit nemen op basis van bar weinig informatie. Toch was het stom. Hij zou er spijt van krijgen, ware het niet dat hij niet wist, en nooit te weten zou komen, dat hij hierdoor iets mis zou lopen wat hij later nog hard nodig zou hebben: een ontstopper.
Het besluit dat hij had genomen was dat hij hier zou wachten tot de plotselinge multi-dimensionale chaosgolf gepasseerd was, dat wil zeggen wachten tot de interstellaire ruimte weer wat meer leek op interstellaire ruimte en wat minder op het beeld dat een dolle, onmogelijke kaleidoscoop geeft in het hoofd van een Tibetaanse opiummonnik met een nachtmerrie. Het was natuurlijk geen multi-dimensionale chaosgolf waar hij zich in bevond. Ik heb niet voor niets gezegd dat pas aan het eind verteld wordt waar die onzin op slaat.
Na geduldig gewacht te hebben stond de hoofdpersoon. Hij stond in het zand. Een uitgebreide zandvlakte. Je zou het ook een zee kunnen noemen. Een oceaan. Dat lijken heel verschillende dingen maar soms is het moeilijk te zeggen. De plek waar hij zich bevond was iets tussen een zandvlakte en een zee. De hoofdpersoon had ook een vage indruk van andere dingen. Dingen die op kolken, vallend zand en wijzers en tandwielen leken. Nu was het de hoofdpersoon uiterst duidelijk waar hij zich bevond. Geen twijfel mogelijk. De grote Temporale Flux-Nexus, de Universele Zandloper, het Hemelse Klokwerk, het weefsel, de kolken, de gewelven van de Tijd zelve. Het was hem echter een raadsel wat hij er deed.
Als je de Tijd bekeek als een reusachtige zandloper waar het zand des tijds doorheen liep, nou, dat kan, daar is veel voor te zeggen, dan was er iets mis. Grondig mis. Behalve de hoofdpersoon bevond zich nog Iets in het zand des tijds. Over de aard van dit Iets, dit Voowerp, kan ik niks zeggen. Je vermoeden is terecht, dat dit samenhangt met de gebrekkige informatie over de Hoofdpersoon. De Hoofdpersoon begaf zich naar het Voorwerp, en zag al gauw dat het een Obstructie in de Grote Zandloper zou gaan veroorzaken. Wat er gebeurt als de Grote Zandloper verstopt raakt hoef ik natuurlijk niet uit te leggen. Dat is bekend. Tegen verwachting in, gezien zijn locatie, had de Hoofdpersoon niet echt veel tijd. Hij moest opschieten om de verstopping te voorkomen. Had hij maar nuttig gereedschap. Een ontstopper zou handig zijn. Dan was hij ruim op tijd geweest. De Hoofdpersoon groef met zijn handen in het zand, het tere weefsel, de golven et cetera van de Tijd. Net op tijd verwijderde hij het Voorwerp. Hij klapte het in zodat het door de Opening zou passen. Voor hem was het echter te laat. Samen met het Ingeklapte Voorwerp viel hij door de Opening en we zagen hem Nooit Meer Terug.
Waarom is dit verhaal, van deze Redder van het Universum (want dat was hij), mij niet bekend, vraag jij je nu af. En wie was het nou, waar kwam hij vandaan en wat gebeurt er als je door de Opening in de Grote Zandloper valt? Dat is vrij simpel. Het wordt allemaal hierdoor verklaard : de Hoofdpersoon ging toen hij viel terug naar waar hij vandaan kwam.
Vergetelheid.
__________________
I thought we were an autonomous collective!
|