|
Hallo mensjes,
Willen jullie alsjeblieft dit verhaal lezen en zeggen wat jullie ervan vinden? Neem graag ook spellingsfouten e.d. mee!!!
Ze had warmere kleren aan moeten trekken. Waarom had ze niet naar een weerbericht gezocht? Nu zat ze hier zonder jas kou te lijden. Nou ja, dit benadrukte maar weer eens dat ze ongelooflijk dom was. Ze sloeg haar armen om haar benen, misschien zou ze het zo iets minder koud hebben. Het hielp niet, natuurlijk niet. Ze zat op de koude grond in zomerkleren, dan hielpen dat soort dingen niet. Het enige wat zou helpen was opstaan en naar huis fietsen, en daar warme kleren aan trekken.
Maar dat was nu juist het enige wat ze niet ging doen. Waarom zou ze ook? Thuis was er nu toch niemand, alleen haar broertje misschien. Zij moest eigenlijk op hem passen, zoals zovaak tegenwoordig. Haar vader moest de hele tijd dingen regelen, boodschappen doen of werken. En haar moeder… Ze kon niet bijhouden waar die allemaal was, maar in ieder geval nooit thuis. Het kon haar niets schelen ook. Zij was toch nutteloos, overal teveel en een enorme last. Goed voor oppas, zo af en toe. Verder niets. Niemand hield van haar. Ze hield niet eens van zichzelf. ZE was een lastig, vervelend meisje dat nergens goed in was. En daar zou ze nu voor moeten boeten.
“Marije!” de stem sloeg over. “In hemelsnaam, meisje toch! Wat doe je hier nu?”
Ze boog haar hoofd zodat haar moeder niet kon zien dat ze bijna huilde. Gewoon blijven zitten en wachten, straks is het allemaal over, straks zullen ze blij zijn. “Marije?” er werd aan haar arm getrokken. “Kom van die rails af, verdomme, dadelijk kom je nog onder een trein!” Ze keek op. En toen was het over, natuurlijk. Bij het zien van haar moeders gezicht begon te huilen. “Sorry, sorry!” ze voelde zich erger dan ooit. “Het spijt me zo, mama, het is allemaal mijn schuld.” Haar moeder schudde haar hoofd. “Nee, nee, jij kan er niets aan doen.” Ze wilde nog meer zeggen, maar er kwam een trein voorbij en praten was onmogelijk. Ze rilden bij de gedachte dat zij eronder had kunnen liggen. Ineens was dat toch niet zo aantrekkelijk meer en ze begon nog harder te huilen. Wat had ze gedaan?
Ook in haar moeders ogen stonden de tranen. “Ik heb zo’n spijt, Marije, zo’n spijt. Ik hou zoveel van je, je bent zo’n lief en dapper meisje! Vanaf nu gaan we het allemaal anders doen, oké? Vanaf nu zullen we een leuk gezin zijn, ik zal een goede moeder wezen. Ik weet dat dat achteraf is, misschien, maar we moeten doorgaan, oké? Altijd doorgaan, Marije, en onthouden dat ik van je hou. Vanaf nu wordt alles beter…”
4 jaar later
“O ja, morgen kom ik pas om acht uur thuis, had ik dat al gezegd?” Marije schudde haar hoofd. “Waar moet je heen dan?” Haar moeder haalde haar schouders op. “Vergadering, je kent het wel.” Ja, ze kende het zeker. Haar moeder had vaak vergaderingen, altijd was ze druk met haar werk. Op zich was dat niet zo erg, maar soms had Marije het idee dat haar moeder hun huis ontvluchtte. Die gedachte maakte haar bijna ziek. Misschien had ze het kunnen doorstaan als haar ouders eerlijker tegen elkaar waren. Ze maakten nooit ruzie, maar ze vertelden elkaar ook nooit dat ze van elkaar hielden. Tenminste niet in haar bijzijn.
Was het haar schuld dan dat haar ouders niet vrij en eerlijk waren? Nee, zo moest ze niet denken…
“Als je moeder vandaag toch niet thuis is, kunnen wij wel naar Amsterdam gaan. Daar wou je toch nog graag heen?” haar vader keek haar verwachtingsvol aan. “Maar mam heeft toch de auto mee? En Nick dan, gaat hij ook mee?” Eigenlijk leek het Marije heerlijk naar Amsterdam te gaan, maar ze voelde zich vandaag niet zo goed. “Nick ging vandaag naar Maikel, weet je dat niet meer? En we kunnen toch gewoon met de trein gaan?” “Met de trein?” Marije huiverde. “Ja,” haar vader leek teleurgesteld door de onverwachte tegenstand. “Dat wil ik niet.” “Waarom dat nou weer?” “Gewoon…” zelfs nu nog durfde Marije niet te zeggen wat ze dacht, wat ze voelde. “Ik houd niet van treinen.” Haar stem was kalm, maar van binnen trilde ze. Dit kon hij niet menen! Was hij dan werkelijk alles vergeten, begreep hij echt haar angst voor treinen niet? “Dan niet,” haar vader zuchtte. “Als je maar weet dat je het eerste meisje bent dat ik ken die bang van tréinen is.” Het was afschuwelijk te horen hoe hij de woorden uitspuwde, hoe hij zijn onbegrip liet blijken. Marije haalde diep adem, ze wist niet wat ze moest zeggen. Gefrustreerd draaide ze zich om en liep de kamer uit.
Erover praten had toch geen nut, ze kon beter doorgaan.
Zwijgen en doorgaan…
__________________
Ik ben niemand, een zucht van de wind
|