Eindelijk waag ik de sprong in de afgrond en vertoon ik mij stoutmoedig tussen grootse schrijvers. Met ware doodsverachting plaats ik hier dan Missie 24Vi! Kritiek is welkom.
Missie 24Vi
Spiedend keek ik rond. Ik moest niet dezelfde fout maken als de vorige keer, toen ik het gloeiende oog van Melh aanzag voor het LEDje van een stereotoren. Wat had de professor gelachen toen hem dat ter ore kwam. Hoofd in de nek en dan die harde bas: “Ha ha ha.” Ik kreeg nog kippenvel toen ik eraan dacht. En hoe hij me plots aankeek. Woest was hij. Hij schreeuwde dat hij altijd al geweten had dat ik een *** was, maar dat ik nu teveel wist dus dat ik niet weggestuurd kon worden, dat ik in de gaten gehouden moest worden en geen missies meer mocht doen. Gesmeekt heb ik voor een tweede kans. Dit was mijn leven! Hier kon ik gewoon niet mee stoppen. En of ik me alsjeblieft mocht bewijzen in Missie 24Vi. De grijns die toen verscheen op het gezicht van de professor zei teveel. Dat ik me gevoegd had naar zijn wil, dat ik toch in de val had getrapt, terwijl ik wist hoe hij met zijn kennis in de psychologie mensen kon leiden in hun beslissingen. Ik huiverde en dook in elkaar. Voor me lag het grootste obstakel van deze missie: een door maanlicht overgoten stuk vloer. Het duister langs de rand deed me denken aan de zwarte haren van Kis. Mijn grote voorbeeld. Nog eens tuurde ik de donkere omgeving af. Toen raapte ik alle moed die ik bezat bij elkaar, haalde diep adem en sprong met een explosie van kracht naar voren. Ik rende met mijn ogen op de lonkende overkant gericht. De snelheid in combinatie met de spanning was heerlijk en ik genoot. De helft van het enge stuk had ik nu achter me en dat maakte me trots op de held die ik wel niet was. Dit was mijn missie. Ik grijnsde triomfantelijk.
Toen werd er naast me een bloempot verschoven. Een ijzingwekkende gil deed me verstijven waardoor ik een moment stil stond. Plots ging de deur open. Stemmen kwamen mijn kant uit. Help! Ik voelde de maan steken. “Je bent zichtbaar, je bent zichtbaar!” kerfden de witte stralen in mijn huid. Ik rende wanhopig naar de kant, duwde mij tegen een kast om me erachter te verbergen. Het lukte niet en vertwijfeld keerde ik om, zocht verder naar een schuilplek, overwoog even om dan maar moedig te zijn en gooide me toen toch weer tegen de kast. Ik moest erachter komen, ik moest! Een tweede duw en ik was erdoor. Nu leek er van alle kanten iets op me af te komen en het gelach van de professor klonk opeens weer helder in mijn oren. “Je bent niet geschikt voor deze missie” bleef zijn stem tegen me zeggen. Toen werd ik kwaad. Kwaad op mezelf. Lafaard! Verbeten schoof ik naar de andere kant van de kast en sprong erachter vandaan. Mijn jas bleef even haken aan een uitsteeksel, toen scheurde het los en rende ik weg. Maar ik had slechts enkele stappen afgelegd…”
… en toen pakte pa de duizendpoot met zijn zakdoek en kneep hem fijn. Doodeng die beesten, ik heb zowat iedereen wakker gegild. Ik had het echt niet meer toen dat beest naast de bloembak over de vloer zag lopen.
Waar gebeurd! (Jaren terug, nu gil ik niet meer om een duizendpoot

) Ik kan dus niet verklaren waarom dat beest zich achter de kast wilde verstoppen terwijl wij hem er allemaal naar toe zagen rennen.
Ik heb overigens jullie raad nodig: welk woord past het best op de plaats van de sterretjes? Een synoniem voor onbenul of zo. Ik weet er geen woord voor. Het feit is dus dat de ‘ik’ totaal niet nadenkt bij wat hij doet. Bijvoorbeeld dat stukje vloer: dan ga je echt niet rennen, dan ben je wel heel stom bezig. Langs de donkere kant was beter. Hoe noem je nou zo iemand? Want een lafaard is hij in zo’n geval niet echt, dat is niet het juiste woord. Het moet ook een soortement van scheldwoord zijn.