“Vréselijk”, roept hij. “Hoe kom je erop!”.
Ik kijk hem beduusd aan. De manier waarop hij zijn woorden kracht bijzet, bevalt me niet; Hij zwaait zijn armen in de lucht, schopt met zijn benen en wiegt zijn hoofd hartstochtelijk heen en weer. Hij vervolgt de uiting van zijn minachting: “Dus je hebt haar gedumpt, omdat ze niet wist wat ze wilde?”
Ik twijfel even, maar knik vervolgens. Hoewel bekrompen, vat hij het tamelijk goed samen. Ik heb haar ook gedumpt omdat ze niet wist wat ze wilde. De twijfel vrat aan me, net zolang tot ik het gevoel had van binnen te ontploffen. Toen heb ik haar gebeld. Ze zou me missen, enzo. Of we vrienden konden blijven. “Nee, beter van niet; ik wil seks met je, dat wilde ik al vanaf de eerste minuut dat ik je zag.” Ze begreep het. “Ongecompliceerde seks, kan toch?”, vroeg ze.
“Nee. Alleen seks met liefde”.
Ze begon te huilen.
Ik ook, maar pas toen zij weg was. Mijn zwakte tonen was onmogelijk. Ik koos de makkelijkste weg door het uit te maken voordat het goed en wel was begonnen.
Inmiddels begint hij mij zacht te slaan. “Hoe kan je zo’n leuk meisje nou dumpen?”
“Het moest! Ze maakte me gek. Ik kon er niet van slapen. Ik wilde naast haar liggen”.
“Had je haar dat niet beter kunnen vertellen, dan haar te dumpen?”
“Nee, dan rent ze weg. Ze houdt niet van de druk die met verliefdheid komt. Ik wist ook niet wat ik moest doen".
Hij heft zijn handen ten hemel: “Je moet voor haar vechten!”
“Omdat…?”
“Omdat ze je wil. Dat is aan alles te merken. Ze verlangt naar je, maar durft niet”.
“Maar waarom dan niet?”
“Omdat jij weggaat. Je gaat studeren in een grote stad”.
“Ja … maar als de relatie goed is, dan is dat geen beletsel.”
“Dan is ze niet overtuigd van jullie relatie”.
“En dus?”
“Moet je haar dumpen, zoals je deed.”
“Dus ik heb het goed gedaan?”
“Ja”.
“Waarom voel ik me dan zo klote?”
“Omdat je verliefd bent, dan voelt iedereen zich klote…”
Hij klopt me op mijn schouder en loopt de straat af. Aan het eind van de weg draait hij zich om en roept: “Sukkel, pak je telefoon en bel haar”.
“En dan?”, schreeuw ik.
“Hopen dat alles goed komt, dat ze je vriendin wil worden”.
Hij steekt zijn hand op, zwaait ermee en verdwijnt de hoek om.
Raakvlak
|