Advertentie | |
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
msn=stom en van roken ga je dood
|
![]() |
|
“Thera, we hebben dit nu al zo vaak besproken. Waarom luister je nou niet naar mij?”
Met een zo vriendelijk mogelijk glimlachje keek Paul naar Thera. Thera’s blik was echter woedend. Hoe kon hij van haar verwachten dat ze naar hem zou luisteren? Na alles wat hij haar had aangedaan. Ze wendde haar blik veelzeggend van hem af. “Goed,” vervolgende Paul met zijn rustige stem. “Als jij niet wilt luisteren, kan ik daar weinig aan doen. Ik zie je volgende week weer. Probeer eens na te denken over wat ik tegen je heb gezegd.” Haastig stond Thera op en met snelle stappen liep ze naar de deur. Ze trok hem open en liep zonder Paul nog aan te kijken zo snel mogelijk weg van het gebouw. Weg van hen die haar leven wilden leiden, die haar wilden vertellen wat wel en niet waar was, die het voor het zeggen wilden hebben. Snel stapte ze op haar fiets en ging naar het kanaal. Daar stopte ze op de plaats waar ze elke week na haar bezoek aan Paul ging zitten. Ze staarde naar het zwarte water. Net zo zwart als alles wat er in haar leven gebeurde. Ze dacht aan Pauls woorden: “het zijn allemaal leugens, Thera”. Deze ene zin bleef door haar gedachten vliegen. Als ze zich goed concentreerde hoorde ze zijn stem en zag ze zelfs zijn gezicht er bij. “Het zijn allemaal leugens, Thera”. Hoe vaak zou hij dat al gezegd hebben? Hoe kon Paul weten dat zij alles had verzonnen? Ze had het zelf meegemaakt! Ze had het toch allemaal met haar eigen ogen gezien, met haar eigen lichaam gevoeld, met haar eigen oren gehoord? Hoe kon Paul haar vertellen dat alles gelogen was? Ze staarde naar het water. De bodem was door het vuile water niet te zien. Ze voelde hoe de tranen weer kwamen. Elke week weer vertelde Paul haar dat ze alles had verzonnen. “Het zijn allemaal leugens, Thera,” galmde de zin weer in haar hoofd. Maar Thera wist het zeker: het was niet gelogen Twee jaar geleden was het allemaal begonnen. Na lang ziek te zijn geweest, overleed Thera’s moeder. Nog geen week na haar begrafenis begon het. Thera’s vader kwam dan zomaar naar haar kamer en begon haar te slaan. Eerst heel rustig, af en toe een tik. Maar langzaam liep het uit op mishandeling. Het gebeurde alleen ‘s avonds. Als Thera overdag haar vader tegenkwam was er niks aan de hand. Maar ’s avonds brak de hel weer los. Twee jaar lang ging het zo door. Thera was bang. Doodsbang ging ze elke dag de avond tegemoet. Doodsbang ging ze elke avond naar bed. En elke avond kwam haar vader weer langs. Ze was nog bozer op hem dan hij op die momenten op haar leek te zijn. Ze was woedend. Toen ze op een dag op school kwam, hield ze het niet langer uit. Ze vertelde alles aan haar mentor. Iedere klap. Haar mentor naar haar had geluisterd en haar uiteindelijk doorverwezen naar Paul, psycholoog van het RIAGG. En alles wat ze van Paul hoorde was dat het leugens waren. Maar het waren geen leugens! De tranen stroomden over Thera’s wangen. Waarom kon hij haar niet gewoon geloven? Waarom moest ze elke week weer horen, dat het allemaal niet echt was. Ze zag haar eigen spiegelbeeld in het water. Dat was het voordeel van het zwarte water, je kon jezelf er beter in zien. Ze zag haar opgezwollen gezicht, haar rode ogen. Als reactie gooide ze een steentje in het water. Haar spiegelbeeld vervormde zich door de kleine golfjes. Voorzichtig stond ze op. Ze moest weer terug naar huis, ze moest weer terug naar haar vader. Doodsbang was ze. “Thera, je moet nu naar mij luisteren!” Thera schrok een beetje van Pauls stem. Anders altijd zo beheerst, maar nu zo doordringend. Angstig keek ze richting Paul. Wat zou hij haar doen? Zou hij boos zijn? Zou ze het verpest hebben? “Thera, beloof je dat je naar me zult luisteren?” Voorzichtig legde Paul zijn hand op de hare en keek haar doordringend aan. Zachtjes knikte ze. “Wat jij hebt meegemaakt, de dood van je moeder, is vreselijk. Maar dat je vader je slaat is een leugen” Meteen keerde Thera haar gezicht weer af. Hoe kon hij dit nou zeggen!? Hoe kon hij haar nou vertellen dat haar verleden een verzinsel was? “Dat je moeder is overleden heeft ervoor gezorgd dat je dingen meemaakt in je gedachten, die eigenlijk helemaal niet gebeuren. Je houdt jezelf voor de gek.” Thera keek naar de grond. Dit had ze al zo vaak gehoord. Ze was bang. Doodsbang. Ze wist dat ze na dit gesprek weer terug zou moeten, naar huis. Plotseling stond haar gezicht vol tranen. Ze probeerde hen tegen te houden. Zo hoorde niet te huilen hier. Niet waar Paul bij was! Ze mocht pas huilen als ze weer alleen was, alleen bij het kanaal, bij het zwarte water. Ze voelde hoe er steeds meer tranen opkwamen en stoppen kon niet meer. Ze voelde hoe Paul haar hand steviger vastpakte. “Toe maar meisje, laat het gaan” zei hij enkel. Hoe lang het had geduurd wist ze niet. Een tijdje zat ze daar te huilen. Plotseling liet Paul haar hand los. Verschrikt keek ze op. Recht in zijn gezicht, recht in zijn ogen. Iets wat ze zichzelf altijd had verboden. Nooit had ze hem recht aan willen kijken. Ze zag dat hij haar rustig aankeek. “Thera, laat die leugens gaan, maak jezelf los, ga leven in de waarheid,” zei hij. Thera boog haar hoofd weer. Ze had zijn ogen gezien, ze had zijn hand gevoeld, ze had zijn woorden gehoord. Voorzichtig knikte ze. “Het zijn allemaal leugens” herhaalde ze zachtjes. Niet veel later zat Thera weer bij het water. Het zwarte water. Helemaal alleen. Ze had het gezegd. Ze had gezegd dat het een leugen was. Zelf wist ze wel beter. Zoiets verzint toch niemand? Paul had haar verteld dat hij trots was op haar. Ze boog zich voorover, en bekeek zichzelf in het water. Alles was nog precies hetzelfde. Haar spiegelbeeld was hetzelfde, het water was even zwart, haar verleden was hetzelfde. Iedereen was blij dat ze haar eigen gedachtes had verloochend. Zachtjes sloot Thera haar ogen. Dit keer kwamen er geen tranen. Het was het niet waard. Paul kon zeggen wat hij wilde, maar Thera wist dat zij degene was die in de waarheid leefde. De bittere waarheid.
__________________
msn=stom en van roken ga je dood
|
Advertentie |
|
![]() |
|
|