OK dit wordt beetje lang verhaal,

sorry maar hoop dat jullie kunnen doorlezen en snappen wat ze vragen.
Vraag:
Hier volgen een aantal meetwaarden van de bepaling van het enzym LDH. Dit enzym gebruikt coenzym NAD+, dat gereduceerd wordt tot NADH, de enige stof die een extinctie heeft bij 340 nm. De molaire extinctiecoeffient= 6300 L/mol/cm bij golflenge 340 nm.
Aan een buffer (met substraat) oplossing van 500 microliter wordt 50 microliter serum gepipetteerd. De cuvet heeft een lichtweg (=d) van 1 cm. De meetwaarden zijn:
T (sec) 0 30 60 90 120 180 240
Extinctie 0.050 0.090 0.130 0.160 0.195 0.250 0.280
T (sec) 360 480
Extinctie 0.310 0.310
Verder is vanuit de wet van Lambert-Beer (E=e*c*d), waarin e molaire extinctiecoefficient is en c concentratie) de volgende afleiding gemaakt:
delta c/delta t= 10^6 x 1/d*e x delta E/delta t x Vtotaal/Vserum
Hierin is delta c/delta t de verandering in concentratie (micromol) in de tijd (min)
Vtotaal= 550 microliter
Vserum= 50 microliter
De vragen:
Bereken de activiteit van het enzym LDH in units. (Tips: delta E/min, let op de blanco)
Bereken hoeveel NAD+ in de 500 microliter aanwezig was.
Ik heb we lopen rekenen en kom op een gegeven moment op een antwoord van rond de 314 uit, is dit nu het aantal units of de concentratie NAD+ of beide (of helemaal niks)?
Wie kan mij helpen; dit zit trouwens ook in het tentamen van as. maandag.
(sorry krijg tabel niet zo goed onder elkaar)