Ik vind je poll echt nutteloos, maar goed.
Aangezien geneeskunde in de Griekse Oudheid meer filosofie dan echte wetenschap was mag hij wel op KO blijven.
Hippocrates en Galenus gingen er van uit dat gezondheid en karakter van een persoon aan vier sappen lagen. Er kwamen vier types uit voort, elk met hun eigen kwaliteiten en kwalen.
- Het flegmatische type, met te veel slijm, een nogal rustig iemand.
- Het sanguinische type, met te veel bloed, een gepassioneerd iemand.
- Het melancholische type, met te veel zwarte gal, een neerslachtig iemand.
- Het cholerische type, met te veel gele gal, een chagerijnig iemand.
Alle ziekten waren te wijten aan een tekort over overschot van één van de vier sappen. Aderlaten vond Hippocrates dan ook heel effectief om te genezen.
Er waren wel wat rare methoden die Hippocrates had. Bij longziekten schudde hij de patient door elkaar om te luisteren naar het klotsen, proefde van alle lichaamssappen om gezondheid te bepalen (ja, gatverdamme) en maakte gaten in schedels om vocht bij de hersenen weg te halen.
En het menselijk lichaam had 91 botten.
Maar goed, veel meer weet ik ook niet. Dat van die sappen heeft wel de geneeskunde overheersd in de middeleeuwen.