Haha, LUH-3417, ik word niet ontmoedigd door je overval met woorden hoor, ik vind het prachtig!!! Veel mensen zeggen alleen, "Wouw!" of "Goed gedaan!" Maar daar heb ik vaak niet veel aan, aan jou kritiek heb ik heel veel
Ik zal proberen wat meer op het herhalen te letten want dat schijn ik heel graag te doen
En over de spelling, ja ik ben een kenusje wat de Nederlandse taal betreft
Was hij dat niet dan had hij een kater en was daarom chagrijnig. Ryabor had het niet meer in de hand, de drank had hem in de macht genomen, en hij verwaarloosde zijn vriendin, niet alleen haar, ook Zilly was vaak de pineut. Ze was één van de kleinste en had een grote mond, Ryabor sloeg haar vaak en ze zat dan ook onder de blauwe plekken. Soms sloeg hij haar zelfs om de meest raarste dingen, zoals vrolijk kijken, de boel op willen beuren, haar sokken aantrekken. Zijn vriendin suste de boel altijd, haar naam was Esmea en ze had kort, krullend bruin haar. Ze was een echte modepop, en haar make-up moest altijd goed zitten. Ze vond zichzelf heel wat en droeg altijd kleding die twee maten te klein was, wat haar truitjes betrefden dan. En nu was het niet zo dat Esmea een slanke den was, in het tegendeel juist! Esmea hield zich vanavond stil, haar lip was gescheurd en haar oog blauw, gisteravond had ze hem weer gevoeld. Hij was straalbezopen naast haar komen liggen, had haar truitje losgeknoopt, maar ze wilde niet, niet terwijl hij zo dronken was! Hij was kwaad geworden en had haar geslagen alsof ze niets voor hem was, helemaal niets! De meerderheid uit de groep bestond uit meiden, maar die wilde niet geslagen worden, ze hadden het stuk voor stuk wel eens voor Zilly opgenomen, en allemaal hadden ze het met blauwe plekken en schrammen moeten bekomen. Er was er maar één van hen, maar één die niet bang voor hem was. Maar van haar wist Ryabor dat hij er zelf slecht van af zou komen. Zodra hij haar sloeg, sloeg zij even hard terug. Ze stonden gelijk aan het hebben van macht wat dat betrof. Ze hadden vaak ruzie, en dan liep het op een vechtpartij uit, maar daarin tegen hield ze zich ook vaak afzijdig. Ze hielp Zilly alleen waarneer ze er zin in had, en dat was haast nooit. Ze had het helemaal gehad, met de groep, met hun omgeving en met haar leven. Ze was duister en niet in voor dit soort ongein, vandaar dat ze zich zo afsloot van de groep en in een hoekje ging zitten, zoals vanavond. Alleen haar zilveren ogen waren dan uit die duisternis te zien. Flix had nog een gesprek aan willen knopen, maar Chipsy had vanavond haar hoofd weggedraaid, zoals op zoveel avonden. De jongens van de groep waren er nooit bij als hij de meiden sloeg, en niemand van de meisjes vertelde ooit dat ze geslagen werden door Ryabor. Zijn gestalte was er te bedrijgend voor. Zilly wist dan ook dat hij haar vanavond niet zou gaan slaan, het ruim zat vol met jongens en Chipsy had haar ogen op hen gericht. Ze glinsterde van woedde en Ryabor beheerste zich en in plaats van Zilly te slaan nam hij een grote slok uit zijn fles Whisky. Chipsy grijnsde vals en mompelde “Jong en onbezonnen”. Zilly wende zich af en ging wat ongemakkelijk zitten. Dardo legde de krant van 5 dagen geleden weg, hij wilde de stemming er weer wat in brengen. Dardo deed dat altijd, hij was een jongen met blond spriethaar, zodra hij ging staan moest je een heel eind omhoog kijken want hij was behoorlijk lang. Hij had blauwe pretogen en kon een heel eind aan elkaar lullen terwijl hij grappig bleef. En zodoende fleurde hij zijn omgeving altijd op, alleen bij het zien van de bekken die hij kon trekken lag je al plat. Zijn kleine broertje Hens had ook zo’n gezicht, hij wist altijd precies wanneer hij welke opmerkingen moest maken. Maar zijn grote zus werkte hij juist op haar zenuwen. Milesa had de gewoonte zo af en toe een sigaret op te steken, alleen om tot rust te komen. Hens ergerde zich daar aan en brak altijd al haar peuken doormidden. Milesa had een wijde broek aan van spijkerstof en haar rode bikini-broekje kwam er wat bovenuit. Ze had in bijna elk land wel een vriend zitten. Ze viel gauw voor een man, hij hoefde maar iets liefs te zeggen en ze was bezweken, maar het probleem was dat veel mannen wat liefs tegen haar zeiden. Ze zuchtte en keek naar haar sigaret terwijl Hens er een nare opmerking over maakte. Ze negeerde hem en vroeg zich af waar Michely was, waarschijnlijk met zijn broer Ritsjo op het dek. Die zouden nu wel helemaal zeiknat zijn. Ze waren zo dapper, Ritsjo was een stoere sukkel met wit haar die stiekem een oogje op Chipsy had en Michely had een grote haat voor buitenlanders. Ze daagde hem altijd uit, en maakte Michely kwaad. En als hij kwaad werd, dan was hij niet zinnig meer, hij kreeg een rode waas voor zijn ogen en zag alleen nog maar de persoon die hij wat aan wilde doen. Je moest dan met z’n alle op hem springen wilde je hem tegenhouden, en zelfs dan zou hij nog de kracht hebben je van hem af te gooien. Michely en Milesa hadden een bijzondere band met elkaar. Ze konden elkaar alles vertellen en dat luchtte erg op. Michely werd wel eens geplaagd, dat hij misschien een oogje op Milesa zou hebben, maar dat was niet zo. Ze waren gewoon heel erg goed bevriend, sinds wanneer konden, jongen en meisje, man en vrouw, heks en tovenaar geen vrienden meer zijn? ‘Poefh’ een zacht geluidje klonk en de kaars was uitgegaan…
“Land, ik zie land!” Riep een doffe stem van boven op het dek. “Land! Land!” Jilmy schoot overeind en stootte zijn hoofd wel direct tegen een balk aan waardoor hij weer terug op de bank viel. Kiwi, was ook opgesprongen, ze had het hele voorval van de vorige avond gemist omdat ze in slaap was gevallen. De andere waren nog wel eens jaloers op haar, ze kon overal doorheen slapen, door omweer en regen, door het geschommel van de boot en zelfs door het massale geluid dat uit de cabine kamer kwam. Kiwi had knalgroen haar en een rode skate broek aan. De veters die in haar skateschoenen zaten waren paars en ze glimlachte elke keer weer als mensen er met een raar gezicht naar keken. Nu was zij nog niet zo erg, Chipsy had tenslotte knaloranje veters in haar skateschoenen zitten, die gaven licht! Kiwi snelde via de gammele houten trap naar boven, gevolgd door Jilmy, Flix en Bracker. Dardo was hen voorgeweest en stond al op het dek met zijn neus in de wind terwijl de ochtendzon hen tegemoet kwam. De boot lag vrijwel rustig in het hemelsblauwe water en dobberde rustig verder. Er waaide een fris briesje en de zon stond vel aan de hemel, het was een heerlijke ochtend. “Whaaa, land, echt land!” Riep Lieja terwijl ze op en neer op het dek sprong. Haar lichtblauwe haar swiepte mee op de maat waarin ze sprong. Lieja was de oudere stiefzus van Zilly, die ook vrolijk meesprong. “Land! Land! Land!” Ze kwam haast niet meer bij, zolang als dat ze al geen land had gezien. Jilmy schoot spontaan in de lach en Metran, zijn enige vriend kon zijn lach ook niet inhouden. Kiwi trok haar wenkbrauwen op maar was niet nuchter genoeg om stil te blijven staan en begon ook vrolijk mee te springen. “Dit is geweldig, land!” Riep Michely die uit een extra roeibootje sprong en met Milesa, die ook tevoorschijn was gekomen begon te dansen. “Hoe lang zitten we nou al op zee, eindelijk weer grond onder mijn voeten, beter voedsel en misschien een echt bed!” Kiwi sprong nog hoger bij het horen van het woord ‘Bed’. “Bed!” Riep ze “Een echt bed!” “Ach dit was nog niks” klonk de stem van Chipsy die in de touwen van de mast hing. Langzaam zakte ze ondersteboven naar beneden en haar haren waaide mee op de maat van de wind. Ze had haar voeten vastgeknoopt aan een paar stukken touw van de mast waardoor ze prima bleef hangen. Haar zwarte gewaad wapperde nog boven aan het kraaiennest en haar zwarte truitje met spaghetti bandjes zakte wat omlaag waardoor een blote buik vrijkwam. Haar lichaam was lijkwit, het maakte niet uit hoe lang en hoe vaak Chipsy in de zon zat, ze bleef bleek. In haar donkergroene broek met wijde pijpen zaten veel scheuren en kettingen, je hoorde haar al van verre aankomen door het rinkelen van al dat staal. Rond haar rechterpols zat een zwart-wit zweetbandje en om haar andere pols hingen zilveren armbandjes. Haar ketting gleed over haar hoofd heen en viel naar beneden, maar ze ving het zwarte kruis net op tijd op. Lieja en Zilly waren achteruit gesprongen, bang dat de ketting wel zou vallen en hen zou raken. Daarmee verraden ze zichzelf en Ryabor die achter de mast vandaan kwam vloekte binnesmonds.
Het gerucht ging dat het zwarte steen dat in haar ketting zat gemaakt was van een stuk van DarkStone. DarkStone werd vereerd door Vampiers en de meest Duistere Tovenaars, Heksen en Demonen die er bestonden. DarkStone was een dik zwart kruis gemaakt van zwart, gezegend (Door de Duistere Machten) steen. Het kruis was ongeveer zo groot en dik als een eikenboom en stond op het Kerkhof van Denvers. Alle Evil ones werden er begraven. Maar zoals Chipsy zelf altijd al zei: “Zelfs na de dood is er nog leven”. Alle doden op dat kerkhof waren in feiten niet dood, ze gingen gewoon verder met een ander leven, het kerkhof was vervloekt en lag op een verlaten eiland midden in de zee. Het eiland stond vol met zwartgeblakerde treurwilgen en aan de rand van de rotsen stond een zwart landhuis, een landhuis dat een eigen wil had, een landhuis dat leefde.