De wals van de enen
Met mijn poten stevig in de klei en mijn blik op oneindig, zag ik enen over mijn proefwerk blaadjes walsen. Met een perfecte rechte lijn vulden zij alle leegtes die een mens als ik in zich heeft. Hun symmetrische vorm en hun gladde oppervlak deden mij sidderen van vervuld verlangen. Zij dansten een metrische dans zonder ook maar muziek nodig te hebben. Hun beweging was als abstract te beschrijven, strak, zonder van hun geloof af te wijken. Mijn hart maakte een tiental sprongen van uiterst pure vreugde. Dit godsgeschenk in de vorm van een proefwerk Grieks kon mij niet meer afgenomen worden. Het volgende uur, wiskunde of een ander onzin vak (uiteraard bèta) deponeerde een andere lieflijke docent een dezelfde geschenk op mijn tafeltje. Ook deze vond het zwart van mijn tas. Terwijl ik een monoloog voerde in mijn hoofd, wist ik dat mijn enen gesprekken voerden, ik wist dat zij samen de wildste plannen bedachten, terwijl ik doorleefde. Eenmaal thuis gekomen pakte ik hen uit en stopte hen bij hun vriendjes. Ik bekeek mijn kleine verzameling met een groot hart. De een was rood, de ander zwart. De een was kaarsrecht, de ander liep lichtelijk krom. Toch hadden zij een ding gemeen: zij verzorgden mijn vreugde. Allemaal gaf ik hen toen een plekje in mijn kamer. Er zat een zekere ordening in: mijn Griekse enen bedekten mijn Trainspotting posters, mijn wiskunde enen mochten mijn plafond versieren en de rest stopte ik na lang nadenken toch maar onder mijn kussen. Die nacht droomde ik een onstuimige droom. Het was een droom vol zessen en zevens, met hun lelijke a-symmetrische vormen. Rillend werd ik wakker en onder mijn kussen vond ik mijn geluk. Met pijn in mijn hart nam ik die ochtend afscheid van mijn enige, echte vrienden. School kon die dag mijn verlangen niet vervullen, aangezien ik geen proefwerken terug kreeg. Chagrijnig kwam ik thuis.
De telefoon ging:
‘Goeiemiddag, met je mentor, ik wilde even zeggen dat je bent blijven zitten, maar dat wist je waarschijnlijk zelf al. Hehehehe.’
Ik legde kalm de hoorn erop en huilde. Ik huilde totdat ik geen tranen meer over had.
Gelukkig had ik vakantie; ik zou mijn gekoesterde enen bouwen tot een warm nest, een toevluchtsoord om me te verstoppen in het doublurejaar waarin ik het zonder hun gezelschap zou moeten stellen, alvorens ik hernieuwd en vernieuwd kon doorgaan me te wentelen in hun eenvoudige pracht.
Gelukkig walsten mijn enen hun trage wals rondom mij voort, tot in het oneindige.
----
verbeteringen? suggesties?
__________________
No Bad Religion song can make your life complete
|