Citaat:
pinnetje schreef:
biologie2001 tijdvak 1
ik snap deze vraag niet
In een bepaalde populatie komen bij 84% van de individuen met de bloedgroepantigenen
A en/of B deze antigenen ook voor in het speeksel. Men noemt deze mensen ’secretors’.
Bij 16% van de individuen met de bloedgroepantigenen A en/of B komen die antigenen
niet in het speeksel voor. Men noemt deze mensen ’non-secretors’. Het secretorgen (E) is
dominant over het non-secretorgen (e). E en e zijn niet X-chromosomaal en erven
onafhankelijk van de AB0-bloedgroepgenen over.
Op deze populatie is de Hardy-Weinberg regel van toepassing.
De verdeling van de bloedgroepen in deze populatie is gegeven in tabel 3. Tevens is
vermeld door welk genotype de bloedgroep bepaald wordt.
tabel 3
bloedgroep % GENOTYPE
A 37,8 IAIA, IAi
B 14,0 IBIB, IBi
AB 4,5 IAIB
O 43,7 ii
In een gezin hebben de vader en de moeder bloedgroep AB. Ze zijn beiden secretor.
Zij krijgen samen een kind.
5p 12 Bereken hoe groot de kans is dat dit kind non-secretor is en tegelijk bloedgroep A heeft.
|
nou kijk.... ehhh
p2+2pq+q2=1
die 2's achter p en q moet kwadraat zijn.
Naja, das de H&W regel, die ken je als het goed is.
EE=homozygoot dominant
Ee=heterozygoot
ee=homozygoot recessief
p2=EE
2pq=Ee
q2=ee
De ouders hebben beide bloedgroep AB
m/v I(A) I(B)
I(A) I(A)I(A) I(A)I(B)
I(B) I(A)I(B) I(B)I(B)
De kans dat het kind bloedgroep A heeft, dus I(A)I(A) is 1/4.
De ouders zijn beiden secretor.
Als ze beiden homozygoot dominant zijn, kan er geen kind dat homozygoot recessief is uitkomen. Ook niet als 1 van de ouders homozygoot dominant is en de ander heterozygoot.
Das toch duidelijk, het kind moet homozygoot recessief zijn.
Dus moeten beide ouders heterozygoot zijn.
q2= 0,16 q=0,4
p+q=1
p=0,6
Dat is wel duidelijk, lijkt me, want dat was 16% van de bevolking en die zijn homozygoot recessief.
Anders waren ze wel secretor, want dat secretor-gen is dominant dus heterozygoot kunnen ze niet zijn.
De secretor-ouder kan EE of Ee zijn.
We moeten weten hoe groot de kans is dat beide ouders Ee zijn.
Het gegeven is al dat de ouders EE of Ee zijn.
Geef je 2pq als antwoord dan is dat dus fout.
p2=0,36
2pq= 2* 0,4*0,6 = 0,48
0,36+0,48 =0,84
0,48/0,84 = 4/7
kans op 1 heterozygote ouder =4/7
kans op 2= 4/7 * 4/7 = 16/49
De kans dat 2 heterozygote ouders een kind krijgen dat homozygoot recessief is, is 1/4 (zie het voorbeeld voor de berekening van de kans op bloedgroep A).
Okee, je wil de kans op bloedgroep A én de kans op een homozygoot recessief kind.
EN = vermeningvuldigen.
1/4 * 1/4 *16/49 = 1/49 = 0,020
Nou ik hoop dat ik een beetjuh geholpen heb

Als je een vraag hebt zeg het maar
xxx
Alicia