Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 05-05-2004, 13:03
Fantôme
Avatar van Fantôme
Fantôme is offline
hallo mensjes
ik ben nu aan het leren voor het examen en bij het hoofdstuk Erfelijkheid aangekomen. de meeste opgaven kan ik wel oplossen, maar niet allemaal, bovendien heb ik van dit boek geen antw. boekje. Misschien iemand die me eventjes kan helpen?

opgave:

Erwtenplanten die zijn ontstaan uit ronde zaden, worden gekruist met erwtenplanten die zijn ontstaan uit hoekige zaden. Er ontstaan zaden die alle rond zijn (F1). De planten die uit deze ronde zaden ontstaan, bestuiven onderling. hierdoor ontstaan 5474 ronde zaden en 1850 hoekige zaden (F2).
- noteer het genotype van de planten in de P-generatie en in de F1 generatie. Gebruik de letters R en r.

ik snap niet waarom ze na de P, in de F1, allemaal ronde zaden kunnen krijgen.

opgave:

men kruist een bruine cavia met een witte. de dieren in de F1 zijn lichtgeel. de dieren in de F1 paren onderling en krijgen veel nakomelingen.
- noteer welke fenotypen in de F2 voorkomen en in welke verhouding
(ik dacht zelf dat het dan 100% geel moest zijn, en dat er dus geen dominantie is, maar ben bang dat dat niet klopt)

liefs, en alvast bedankt! wen
__________________
Dit is een coole sig.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 05-05-2004, 13:09
Fantôme
Avatar van Fantôme
Fantôme is offline
of is de uitkomst van die cavia's:

50% geel
25% bruin
25% wit
???
__________________
Dit is een coole sig.
Met citaat reageren
Oud 05-05-2004, 13:35
darthraver
darthraver is offline
Citaat:
~~Fantôme~~ schreef op 05-05-2004 @ 14:03 :
hallo mensjes
ik ben nu aan het leren voor het examen en bij het hoofdstuk Erfelijkheid aangekomen. de meeste opgaven kan ik wel oplossen, maar niet allemaal, bovendien heb ik van dit boek geen antw. boekje. Misschien iemand die me eventjes kan helpen?

opgave:

Erwtenplanten die zijn ontstaan uit ronde zaden, worden gekruist met erwtenplanten die zijn ontstaan uit hoekige zaden. Er ontstaan zaden die alle rond zijn (F1). De planten die uit deze ronde zaden ontstaan, bestuiven onderling. hierdoor ontstaan 5474 ronde zaden en 1850 hoekige zaden (F2).
- noteer het genotype van de planten in de P-generatie en in de F1 generatie. Gebruik de letters R en r.

ik snap niet waarom ze na de P, in de F1, allemaal ronde zaden kunnen krijgen.
Dat kan omdat het gen voor ronde zaden dominant kan zijn over het gen voor hoekige zaden. Je krijgt dan dus voor de P generatie: RR en rr, de F1 bestaat allemaal uit Rr zaden, en de F2 heeft RR, Rr en rr. De verhouding rond:hoekig is dan 3:1 zoals ook in de vraag ongeveer gegeven.


Citaat:

opgave:

men kruist een bruine cavia met een witte. de dieren in de F1 zijn lichtgeel. de dieren in de F1 paren onderling en krijgen veel nakomelingen.
- noteer welke fenotypen in de F2 voorkomen en in welke verhouding
(ik dacht zelf dat het dan 100% geel moest zijn, en dat er dus geen dominantie is, maar ben bang dat dat niet klopt)

liefs, en alvast bedankt! wen
Bij deze vraag is de eigenschap intermediair. Er is dus geen dominantie. De P generatie heeft dan CbCb en CwCw. De F1 zal helemaal bestaan uit CbCw, die dus allemaal gelig zijn. De F2 generatie zal dan bestaan uit 25% CwCw, 25% CbCb en 50% CbCw. Je hebt dus 50% geel, 25% bruin en 25% wit.
Met citaat reageren
Oud 05-05-2004, 18:26
sdekivit
sdekivit is offline
hier geldt voor F1 de uniformiteitregel en dominantieregel:

bij een kruising tussen de ongelijke homozygote ouders lijken de nakomelingen allemaal op de ouder met de dominante eigenschappen (dominantieregel) en alle nakomelingen lijken op elkaar en zijn heterozygoot (uniformiteitregel)

voor F2 geldt dan vervolgens de splitingsregel, waarbij de genotypische verhoudingen 1:2:1 zijn (en 3:1 voor fenotypen)

--> F1 = Rr 100% --> dus P = RR en rr
--> F2 = 25 % RR, 50 % Rr en 25 % rr

in het tweede geval geldt er de regel voor onvolledige dominantie (intermediaire nakomelingen):

voor F1 gelden eerst bovenstaande regels dus F1 geldt dan BW waarbij P = BB en WW

--> nu geldt dat de fenotypische verhouding gelijk is aan de genotypische verhopuding --> 1:2:1

--> 25 % BB (bruin), 50% BW (licht geel) en 25 % WW = wit
Met citaat reageren
Oud 06-05-2004, 10:20
Fantôme
Avatar van Fantôme
Fantôme is offline
heey dankjulliewel,
ik had er zelf nog eens goed naar gekeken, en nog een keer en nog een keer... toen kwam ik op gegeven moment ook op die antw. uit, maar het stelt me gerust dat jullie daar ook op uitkomen, aangezien ik geen antw. boekje heb om te controleren of het goed is.

THNX!!!

wendy
__________________
Dit is een coole sig.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Eindexamens 2003 Biologie: geen erfelijkheid op examen?
Mmmmm
29 05-05-2003 19:44


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:38.