wondes
Mijn hart.
Een schaafwonde.
Een zee van droevige gedachtes.
Drijvend op een bed van emoties.
Maar geen hart meer.
Dit is mijn nacht in het zwart gehuld.
Ik droom.
Zonder hart.
Mijn zwarte nacht.
Mijn zwarte nacht.
Gehuld in duisternis.
Zoek ik naar je handen.
Die me leiden naar een eeuwig bestaan.
Naar de plaats waar iedereen blij is.
Geen zorgen bestaan.
Waar fonkelende sterren neerstralen op een blijde wereld.
Neem me mee.
Leid me naar die plaats.
De hemel.
Een paradijs.
Een gekleurde wereld.
Waar schaduwen verdrinken.
In de kleuren van een prachtig woud.
En de schitterende varens.
Die reiken naar het stralende zonlicht.
Het is zo ver, ik weet het zeker.
Ik ben er.
Leven.
Mijn leven was gesloten.
Zo dood als de binnenkant van een blik.
Ze geloofden mij niet.
Ik schroef een beetje van het deksletje open.
Ze geloven mij nog niet.
Ik ga naar de keuken.
De levensdichtenaar halen.
Soms
Soms worden we meegesleurd.
In de diepe donkere put der verdoemden.
Je kan niet ontsnappen.
Muren omsingelen je.
Ze sluiten je in.
Het boek der tijd opent zich.
Ze vergeten jou.
Wie ben je?
Waar ben je?
Niemand weet het.
Heel even.
Heel even staat de tijd stil.
Zo stil dat je verdwaald.
Je verdwaalt in een zee van gedachten.
De gedachten die je nu hebt zijn puur.
Dat je daar altijd wil blijven.
Op dat eilandje vol gedachten.
Ver weg van de brutale wereld.
Slaap maar verder.
Deze mooie wereld.
Deze mooie wereld.
Zo kil.
Zo wreedzaam.
Maar toch zo mooi.
Vogeltjes die fluiten.
Bloempjes die bloeien.
Vlindertjes die vliegen.
In een oase van groen.
En daar.
In je garage.
Met rood als hoofdkleur.
Rond je menselijk lichaam.
Stof die deze kleur opzuigen.
Zo rood.
Waarom?
Waarom zelfmoord.
Rara
Rara, het is rond.
Het gaf ons een leven.
Het gaf ons onze geliefden.
Het nam onze geliefden weg.
En we hebben het verkloot.
zwarte nevel.
Je gaat ergens heen.
Waar je liever niet heen gaat.
Een zwarte nevel omringt je.
Het pakt je op je adem.
Sluit je gedachten af.
En zet je gevoelens wijd open.
Je gaat een laatste eer betuigen.
Aan iemand waar je van hield.
Alles in zwart.
Kletterende regendruppels.
Erger kan het niet.
Ooit zullen er mensen rondom jou staan.
In het zwart gewaad.
In de regen.
Triestig.
Dood.
Dood vind altijd een weg.
Een weg om je aan te vallen.
Om pijn achter te laten.
Verdriet.
Ik neem afstand van de persoon.
Ik zie hem verdwijnen in de zwarte diepte.
Ik ben eenzaam.
Ik ben aan het schreeuwen.
Maar toch ben ik stil.
deze heb ik geschreven in een hele donkere perioden in mijn leven.