Leidraad van een vrijdenker.
God is dood wordt mij verteld, is dit waar? Is hij werkelijk zo dood als wij denken, is hij niet pas dood op het moment waarop wij hem dood ervaren op een moment waarop ieder zijn zoektocht staakt en de vrijheid van het vrijdenken ervaart. Doen wij er niet te kort aan om hem als dood te verklaren op een moment waarop hij alles behalve dood is en in menig leven nog een rol speelt? Als wij hem ervaren als levend en een vrij beeld van hem creëren, zodat de verdrongen mens hem als lucht kan gebruiken en er als een vrij mens uit geboren kan worden. Zijn wij dan niet degen die hem als bijna dood moeten bestempelen, hen die wijsheid geven die wij allen reeds bezitten. Of zijn wij degene die vooruit moeten en geen energie moeten steken in hen die waarheid willen ontkennen en hen aan hun leed laten bezwijken zodat wij als heersers hen kunnen leren zien, wij als leraar voor het zieke volk, wij die de waarheid onder ogen heeft en er mee kan spelen. Laat hen leiden en zich bewust maken van hun leiden. Laat het een taak zijn van allen die kunnen spelen en zien. God heeft geen macht, de zieke mens heeft macht, macht die hen zieker en zieker maakt. Zo ziek dat zij hun macht gebruiken op moment waarop dit alles behalve wenselijk is. Hun macht niks vergeleken met wat wij als vrij individu teweeg kunnen brengen. Hun macht behoeft te worden gedood waarmee hun dwang wordt geamputeerd en hun leiden ondragelijk wordt en zal worden tenietgedaan door hun ‘in ieder mens’ aanwezige wilskracht.
De zielige krankzinnige mens wordt hergeboren en doet henzelf een gunst; ze vinden tijd en energie en deze te leren gebruiken in wat echt ter zake doet, in iets waar ze zelf en wij wat aan hebben, in iets van verrijking en zelfkennis en in de schaduw van de mensheid je eigen kritische vragen durven stellen en hiermee naar de waarheid durven te zoeken. Tijd en energie steken in de grootste verrijking van de mensheid: het egoïsme. Deze meest positieve vorm van het menselijk instinct is een aanloop op het zoeken van de ideale plaats tussen de samenleving. Zonder dit is een doordacht naar waarheid strevend leven niet mogelijk. Egoïsme in een begin stadium is ondragelijk maar werpt vruchten af. Communicatie is hierbij de werkende bron, dit kan echter alleen behaald worden doormiddel van eigen inzicht en kennis van zaken.
Kerken moeten worden gezien als laatste redmiddel om ideeën te verenigen en de zieken bijeen te drijven en te verdoven van pijn. Pijn die ze ontkennen en ontmantelen in hoop, dit alles omdat ze simpel weg hun verkeerde draai hebben gevonden. Licht zien ze als manier om waarheid te onderstrepen, ze zien in licht hun waarheid. Echter, duisternis doet denken. Duisternis laat gevoel de vrije loop en doet je zetten tot denken. Zien en spelen moeten echter in licht geschieden, hierbij worden ideeën herkauwd en op waarheid beproefd. Dus worden in licht bedachte ideeën in duisternis als waar aangenomen. Dit is absoluut onjuist, we moeten tijd hebben van eigen inzicht en de ontplooiing van je egoïsme, dan pas kan er kritisch worden gekeken en kan er met ideeën gespeeld worden. Waarheid zoekt altijd zijn weg langs deze route, nooit wordt iets door gezonde vrijdenkende mensen als waarheid gezien als het niet langs deze weg bedacht en beproeft is. Het vrijdenken houd dan ook in dat ieder idee moet worden beproeft en niet alleen via de gevoelsweg moet worden aangenomen. Altijd is het zo dat licht en duisternis onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn, de een is niks zonder de ander. De bedrukte zwakke mens probeert nog steeds die ene weg te kiezen, de weg via licht, de weg via alleen het zien en spelen, zonder hier enig eigen gevoel de vrije loop te laten. Gevoel betekend hier ook eigen inbreng en dus creativiteit. Creativiteit van je eigen denken is het belangrijkste van het denken in duisternis. Eenmaal je creativiteit gebruikt is er plaats voor beproeving en het zien van de waarheid in je ideeën. Deze waarheid hoeft er echter niet te zijn maar helpt je verder op weg naar je doel en je streven. Na deze beproeving komt de communicatie, dus de eerder genoemde vruchten van het egoïsme. De communicatie helpt bij het gevoel, het zien en het spelen. In al deze facetten van het correct en vrij denken heeft communicatie een inbreng, deze is echter gewenst wanneer de waarheid ervan beproeft is. Wanneer een denker een te grote denktaak bezit is het nodig hier vanaf te zien en te beginnen aan een eenvoudigere, hierdoor blijft je natuurlijke egoïsme in stand en komen we tot ons uiteindelijke doel: een wereld vol gezonde vrijdenkers en dus een wereld waar velen in het verleden over gedroomd hebben!
|