Bij een beschouwing gaat het erom dat je een casus van alle kanten belicht. Zoals hierboven beschreven kun je bij winkeldiefstal je afvragen op wat voor manieren het voorkomt, waar, waarom, wat kun je er tegen doen, wat zijn de oorzaken, wat zijn de gevolgen etc. Het is de bedoeling dat je publiek een mening kan vormen over het onderwerp.
Bij een betoog is het de bedoeling dat je een ander probeert te overtuigen van jouw standpunt. Hiervoor draag je argumenten aan. Bij een klasieke opbouw begin je met een inleiding waar je jouw standpunt over iets deponeert. Vervolgens begin je met je eerste argument wat je vervolgens uitwerkt, daarna je tweede etc.
Een hoeveelheid van 3 argumenten is aanbevolen, want zoals in de klasieke retorica staat geschreven, al het goede komt in 3en
Na deze 3 argumenten ontkracht je een mogelijk tegenargument, zodat je tegenstanders dat niet meer zouden kunnen aanvoeren.
In het slot geef je een korte samenvatting en passend bij het stuk, een conclusie of een aansporing.