Advertentie | |
|
![]() |
|
Op de een of andere manier lukt het me nooit echt om duidelijk te openen. Ik heb altijd dingen waar je maar vanuit moet gaan (ik ga bijvoorbeeld niet uitleggen/zeggen: Plots dringt tot haar door dat ze in een inrichting zit. of in zoverre, de isoleer) en dingen die later uit worden gelegd, af en toe vind ik pas ver in het verhaal een plekje om het onopvallend uit te leggen.
Dat heb ik eigenlijk altijd wel, ik zou niet weten hoe ik er vanaf kom. Maargoed, ik wou het in het volgende stuk al gaan uitleggen.
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 08-10-2004 om 20:39. |
![]() |
||
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
In de wachtruimte van de polikliniek zaten de ouders van Frenk ondertussen al vier uur te wachten op een bericht van de arts. Frenk was in kritieke toestand naar het ziekenhuis gereden met een ernstige verwonding aan zijn borst. Via de school waren ze erachter gekomen dat hij in een steekpartij betrokken was geraakt, maar meer wisten ze niet. Frenk's moeder was ondertussen al een paar keer overspannen uit de wachtkamer weggelopen. Van haar zenuwen was echter niets verdwenen in die tijd. In de OK was een team van drie artsen met hun gevolg van verpleegsters, assistent-artsen en twee anesthesisten bezig met de zenuwslopende operatie. Het mes had het hart niet geraakt, dat was een geluk. De punt was langs een zijtak van de aorta geschampt en daarna volledig in zijn linkerlong verdwenen. Frenk werd binnengebracht met het mes nog in zijn borst omdat ze dat nog niet hadden durven te verwijderen. Vanaf dat moment had hij non-stop aan de CPR gelegen. Door de enorme wond had hij meer dan twee liter bloed verloren en onder het opereren werd dit alleen maar meer. Gelukkig slaagden ze er uiteindelijk in het mes in zijn geheel te verwijderen en de wond te sluiten.
Nu werd het tijd voor dokter Frederiks om Frenk's ouders in te lichten. Toen hij de operatiezaal uitkwam stonden Frenks ouders meteen stijf overeind. Geen van beiden durfden echter de vraag te stellen hoe ging met hun zoon. Dokter Frederiks was dit wel gewend. Met een rustige stem legde hij hun de situatie uit. "Meneer en mevrouw De Rijke?" begon hij. "Als het goed is heeft u al begrepen dat u zoon is neergestoken." Beiden gaven geen antwoord. De dokter vertelde dan ook rustig verder. "De verwonding die hij heeft opgelopen is bijzonder ernstig. Het mes heeft een belangrijke ader geraakt. We hebben het wapen weten te verwijderen en de wond weten te sluiten maar u zoon verkeert nog niet buiten levensgevaar. Misschien is het goed als u even met een van de zusters mee naar beneden gaat voor een kop warme koffie. Zodra we meer weten laten we het u weten." Zoals hij verwachtte wisten Frenks ouders nog steeds niet wat ze hierop moesten zeggen. Het zou zometeen wel tot ze doordringen. Dan zou hij alles nog even rustig doornemen. Toen Frenks ouders beneden zaten begonnen de zenuwen toch een beetje weg te trekken. De artsen hadden alles gedaan wat ze konden en bovendien was de operatie goed verlopen. De arts kwam in ieder geval heel geruststellend over. De zuster die hun de koffie had aangeboden was nog maar net weg toen dokter Frederiks naar hun tafeltje kwam gelopen. "Is het goed als ik er even bij kom zitten?" Mevrouw De Rijke keek verbaasd op maar gaf meteen een toestemmend knikje. "Dit lijkt me wat meer een prettige omgeving." vervolgde de dokter. "Dokter?" begon Frenk's vader nu, "Wat gaat er nu verder gebeuren? Heeft ie veel kans?" Dokter Frederiks hield even stil en wachtte met een geruststellende blik af hoe meneer De Rijke een slok van zijn koffie weg werkte. "Het lijkt me het beste dat ik eerst even vertel wat er precies met u zoon gebeurd is. Ten minste, als u daar klaar voor bent." Mevrouw De Rijke keek op en gaf hem een blik waarin dokter Frederiks zag hoe behoorlijk gespannen ze wel niet was. Ze had al meer dan vier uur in onwetendheid gezeten over de gebeurtenissen van de afgelopen middag. Hij wachtte dan ook niet op een antwoord. "Frenk is in zijn borst getroffen met een klein zakmes, hooguit een centimeter of twaalf. Zoals ik net al zei is Frenk in zijn hartstreek getroffen, daardoor heeft hij een hoop bloed verloren. Om diezelfde reden konden wij het mes pas in de operatiezaal verwijderen. Gelukkig is het niet zo erg als het had kunnen zijn. Het was kantjeboord." Frenks vader nam nog een slok van zijn koffie en schraapte zijn keel. "Wanneer kunnen we hem zien?" De arts dacht even na over de situatie. Het ging erom dat hij nu de belangrijke zaken aan Frenks ouders voorlegde. Eveneens moest hij er rekening mee houden dat hij sommige dingen nog maar beter achterwege kon laten. "Misschien kunnen we zometeen heel even naar u zoon toe. Hij ligt op dit moment nog aan de beademing, maar u kunt hem wel even zien. Al is het waarschijnlijk wel kort. We zullen de situatie even tot morgen moeten afwachten." "Kan het nu meteen?" vroeg mevrouw De Rijke abrupt. Dokter Frederiks dacht weer even na. "Misschien is dat wel het beste ja. Ik zal even nagaan of dat al mogelijk is." Het werd even kijken hoe hij dat aan zou pakken. "Misschien kunt u eerst nog even rustig u koffie opdrinken, dan stuur ik zometeen iemand naar u toe om u mee te nemen naar de afdeling."
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 10-10-2004 om 14:20. |
![]() |
|
Wat er allemaal was gebeurd kon Frenk niet vertellen. Maar vanaf het moment dat hij aan zijn vermoeidheid toegaf werd hij geplaagd door de ergste dromen. Telkens weer herhaalde zich het hele gebeuren. Telkens weer voelde hij de pijn. Niet letterlijk pijn, maar verwarring, zoveel verwarring dat hij er duizelig van werd. Zoveel emoties dat hij bijna uit elkaar spatte van pijn. En als de droom voorbij was kwam er weer een nieuwe droom. Telkens weer een beetje anders, maar toch weer allemaal hetzelfde. Uiteindelijk bevond hij zich in een felle kamer, omgeven door tientallen mensen. Hij kon niet bewegen en kon ze niet verstaan. Het licht was zo fel dat hij ze niet eens kon zien. Ze sneden met grote messen in zijn buik en hun keurige witte kleren waren binnen korte tijd rood van al het bloed dat hij verloor. Overal om hem heen hoorde hij machines zoemen, overal piepjes. Het lawaai werd steeds erger. Voor hem verscheen opeens een gestalte die zich langzaam over hem heen boog. Met al zijn kracht richtte hij zijn hoofd op en tot zijn grote schrik zag dat zij het was. Haar zwarte haren en haar duivelse blik. Hij zag de grote naald in haar handen en hij zag hoe ze op hem afkwam en..
Met een schok kwam Frenk bij. Hij voelde zich koud en klam, het angstzweet gutste van zijn gezicht. Nog steeds was het donker. Voor hem verscheen langzaamaan weer het gezicht van zijn duivelse geliefde. In de stilte om hem heen begon hij zich dingen voor te stellen. Giegelende meisjes. Heel zachtjes hoorde hij ze. Alleen; ze klonken niet vrolijk, ze klonken niet verlegen. Het gegiechel begon steeds meer op de stem van Manon te lijken. En het gezicht voor hem begon steeds duivelser te kijken. 'Hou op. Je maakt jezelf gek!' Plots was het duivelse gelach verdwenen. Had hij nou een stem gehoord? 'Wie ben je?' probeerde hij zacht. Frenk spitste zijn oren om te vinden waar het geluid vandaan kwam. 'Hallo?' 'Frenk, je moet je ontspannen.' 'Wie ben je?' De stem klonk hem bekend in de oren. Was het niet de stem die eerder ook al tegen hem had gesproken? 'Ik ben jou, Frenk. Ik ben jou en jij bent mij. En nee, je wordt niet gek. Je bent aan het sterven.' Meteen zwol zijn angst weer aan. Hij wist dat het waar was! Hij wist het. 'Frenk, rustig! Er is niets aan te doen! Je maakt het alleen moeilijker voor jezelf.' Hij wist het zeker. Hij werd gek. Maar voorlopig was hij in ieder geval niet alleen. Het viel hem opeens ook op dat het gezicht van Manon lang niet zo duivels meer leek.
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 10-10-2004 om 13:28. |
![]() |
|
Het is nu bijna half vier. Sinds het moment dat ik uit ben gegaan zijn er maar 2 reacties geplaatst op Letteren. Tja, het viel me op. Voor de rest niet nuttig ofzo, daarom maar in mn eigen topic (staat ie meteen weer bovenaan enz. Altijd handig)
Voor de rest: Het viel me gewoon op zo, vooral de laatste tijd, eigenlijk bijna altijd al: Het gaat hier niet zo rap betreffende replies, of wel? Enniewees, leuk verhaal?
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Manon werd weer wakker. Ze keek er niet meer van op dat ze in de vreemde kamer wakker werd. Het was er wel erg stil en kaal. s'Middags was er een verzorger langsgekomen om te kijken hoe het met haar ging. Hij had nog even met haar gepraat en dat had haar flink gerust gesteld. Hij heette Friso. Friso had haar verteld dat ze die ochtend volledig overstuur was binnengebracht. Wat er gebeurt was wist hij niet, daar zou de therapeut het morgen met haar over hebben. Ze was nog steeds een beetje in de war. Gelukkig was Friso heel aardig voor haar. Hij had haar nog wat kalmeringstabletten gegeven waardoor ze misschien wat beter kon slapen. Voorlopig was het de bedoeling dat ze goed zou rusten.
De pilletjes hadden goed geholpen. Ze wist niet hoe lang ze had geslapen, maar ze voelde zich al een stuk prettiger dan s'middags. In haar slaap had ze gedroomd over school. Ze had zich verslapen en kreeg in alle haast van haar moeder nog een broodje jam in haar handen gedrukt die ze al fietsend op weg had opgegeten. Ze was blij toen ze op school eindelijk kon zitten. Bij het zien van haar klasgenootjes had ze zich weer helemaal op haar gemak gevoeld. Het was een erg fijne droom geweest. En wie was die jongen ook al weer die schuin achter haar zat? Hij was zo'n lekkertje, ze kreeg er helemaal een kriebelig gevoel van toen ze er over nadacht. Ze hief zich op en ging op de rand van haar bed zitten. Zou er nog iemand bij haar langskomen? Ze hoopte niet dat ze de hele avond alleen zou zitten. Plotseling schrok ze op van het klikkende geluid van het slot. Het was Friso. Manon keek verbaasd op. "Het lijkt wel of je gedachten kunt lezen." "Dat klopt! Ik dacht; jij wil er vast wel even uit." Er verscheen een glimlach op haar gezicht. Inderdaad, ze voelde zich hier behoorlijk opgesloten. "Heb je lekker geslapen?" vroeg Friso geinteresseerd. "Ja heerlijk. Ik heb gedroomd over mijn moeder en over school." "O, dat is een goed teken! Weet je wat, kom op. We gaan even lekker een kopje thee drinken." Hoewel de slaap nog in haar tenen zat sprong ze direct op en liep ze achter hem aan. Toen ze de deur uit stapte keek ze verbaasd om zich heen. Het was hier allemaal een stuk kleiner dan ze had verwacht. Aan de gang waaraan haar kamer grensde lagen nog vijf andere kamers. Aan de muur hingen een paar posters en er stonden een paar stoelen in de gang. Het zag er al veel knusser uit als haar kamertje. Friso deed de deur achter haar dicht en liep samen met haar richting het zitgedeelte. De gang eindigde in een klein zaaltje met wat tafeltjes en stoelen en een zithoek. "Ga hier maar even zitten, ik ben zo terug." zei Friso. Ze nam plaats aan het tafeltje en een moment later kwam Friso terug met twee koppen dampende thee. "Het is sinaasappelsmaak. Lust je dat?" Voorzichtig nam ze een slokje. Toen liet ze een zucht van opluchting. "Zo. dit had ik echt nodig." antwoorde ze opgewekt. "Heb je er misschien nog een koekje bij? Ik heb eigenlijk wel honger." "Zozo, je voelt je hier al behoorlijk thuis voor zo'n nieuweling. Nou, ik denk dat een koekje er nog wel vanaf kan, maar als je echt honger hebt zul je toch moeten wachten tot morgenochtend." "Hoe laat is het eigenlijk?" vroeg Manon. "Heb ik lang geslapen?" "Het is half elf, er hangt een klok achter je." Hij lachte even. "Eigenlijk is het al veel te laat. Normaal mogen de meisjes op deze afdeling na acht uur hun kamer niet meer uit. Maar ik heb met de anderen overlegt dat het misschien wel even goed voor je is." "Moet ik hier blijven? Mag ik niet naar huis?" "Dat weet ik niet. Daar heb ik helemaal niks over te zeggen. O ja, de koekjes." Hij stond op en liep weer naar het keukentje die achter de deur verscholen lag. Zij mocht daar vast niet naar binnen, bedacht ze zich. Hij kwam terug met een schaaltje speculaasjes. "Zo, in ieder geval twee, want dan zit er tenminste wat in je buik." Manon moest lachen. Ze vond het wel vreemd. Ze had altijd gedacht dat het hier helemaal niet leuk was. Of zou dat nog komen? Ze nam nog een slokje van haar thee. "Morgen komt dokter Hendriks, de psychiater, met je praten. Ik denk dat we dan wel kunnen kijken hoeveel contact je mag." "Zitten hier veel meisjes?" "Jazeker, ik zal ze morgen aan je voorstellen." Manon keek er naar uit om ze te leren kennen. Ze voelde zich hier nu al verbazend op haar gemak. Misschien zou ze wel goede vriendinnen kunnen maken, dan zou ze het hier best nog wel uit kunnen houden. Ze nam de laatste slok van haar thee en liep daarna weer mee naar haar kamer. Voordat Friso de deur dicht deed zei hij nog even: "Wel goed gaan slapen he?" Dat vond ze dan wel weer een beetje te bezorgd klinken. "Anders verveel je je dood op die kamer." eindigde hij zijn zin. Schaterlachend liet ze zich op het bed vallen. Toen sloot de deur en werd het weer stil.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
||||
![]() |
Het begin van het tweede deel (dat Frenks ouders zitten te wachten) vond ik een beetje saai. Daarna werd het weer beter. Het derde deel (over Manon) vond ik op de een of andere manier een stuk leuker en interessanter dan het tweede.
Het is nu ineens trouwens wel weer erg duidelijk. Beetje opvallend verschil met het begin. uw in plaats van u als het bezittelijk is Citaat:
Citaat:
Citaat:
Ben benieuwd naar het vervolg, maar dan vooral over Manon. Misschien moet er aan Frenk nog wat gesleuteld worden. ![]()
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
|
Nou, het sleutelwerk is al gedaan, het is in Frenk's geval alleen nog even afwachten hoe het loopt (
![]() Maar uiteraard bied Manon een veel interessanter verhaallijn. En wat betreft Frenk's ouders, ik wou het niet te onpersoonlijk maken, want het gaat om hun zoon. Op zo'n moment ga je niet nadenken over je ABN. maar ik ben blij dat ik in ieder geval al 1 lezer heb. tanx
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Frenk's ouders waren nog steeds in het ziekenhuis. "Moeten we Connie en Aart nog bellen?" Vroeg meneer De Rijke aan zijn vrouw. "Ze willen vast weten hoe het met Frenk gaat en het is misschien wel zo prettig als ze weten dat we vanavond in het ziekenhuis blijven."
Een uurtje geleden hadden ze hun zoon eindelijk mogen zien. Zijn gezicht was bleek en er staken allemaal slangen uit zijn lichaam. Hij lag nog steeds aan de beademing en de hartbewaking, maar zijn toestand was stabiel. Als hij deze nacht door zou komen dan zou alles goed komen. Het zou een lange nacht worden. De verpleegster op de IC-afdeling had al aangeboden om een kamer te regelen in het gastenverblijf van het ziekenhuis. Geen van beiden was echter van plan te gaan slapen of om zelfs maar het ziekenhuis te verlaten. "Moeten we Sharon nog laten weten hoe het met haar broer is?" vroeg Frenk's moeder. "Ik weet het niet hoor." antwoorde meneer De Rijke. "We kunnen haar maar beter niet te veel vertellen, anders word ze ongerust. Misschien kunnen ome Aart en tante Connie het er nog even met haar over hebben, ze moet het daar wel naar haar zin hebben. Maar meer ook niet." Sharon was met haar nichtje Nicky net een spelletje op de nintendo aan het spelen toen oom Aart de telefoon opnam. "Is het papa of mama?" vroeg ze meteen opgewekt. "Wacht even, Sjer. Ja? Met De Rijke." Aan de andere kant van de lijn hoorde hij zijn schoonzus. "Dag Aart, met Carolien. Gaat alles nog goed daar?" "Ja, hier wel. Heb je al nieuws? Hoe is het met hem?" De meisjes hadden hun joypads neergelegd en zaten nu aandachtig mee te luisteren met het telefoongesprek. "Wacht even Carolien, ik zet hem heel even op de speaker. De dames willen ook graag meeluisteren." "Zit Sharon er ook?" Oom Aart zette de telefoon midden op tafel en ging op de bank zitten. "Sharon?" Hij gaf haar een klein knikje. "Mammie?" "Hoi schatje, is alles goed daar?" klonk nu uit het kleine luidsprekertje op het toestel. "Hoe is het met Frenk? Wordt ie wel weer beter?" "Ja hoor schatje. Je broer is nu aan het slapen, maar het gaat goed met hem." "En komen jullie weer naar huis?" "Vanavond blijven we nog even in het ziekenhuis. Vind je dat erg?" Sharon, die vanaf het begin van het telefoongesprek zenuwachtig op het puntje van de bank zat keek opgelucht naar haar oom en tante. "Ze blijft vanavond gezellig bij ons, dat gaat helemaal goed komen." antwoorde Connie. "Als alles goed gaat mag je morgen misschien nog even mee meisje." begon haar moeder. "Aart? Is het goed als ik jou Sander nog even geef?" Sharon's oom schakelde de telefoon weer over en liep ermee naar de achterkamer. "Dag broertje." Aan de andere kant van de lijn hoorde Aart zijn broer. "Zeg, we blijven vanavond in het ziekenhuis dus ik denk dat ik je morgen pas meer kan vertellen." "Doe je wel een beetje rustig aan? Je blijft vanavond toch niet de hele nacht op he?" "Hij ligt op de Intensive Care. Hij ligt aan de beademing. Ik denk niet dat ik vannacht kan slapen." "Wat is er nou precies met hem gebeurd?" Het was even stil aan de andere kant van de lijn. "Hij is neergestoken met een mes. Hij heeft een flinke plas bloed verloren. Ze weten ook nog niet hoe slecht hij er precies aan toe is, maar ze hebben hem in shocktoestand binnengebracht." "En nu?" "Ze hebben de wond zo goed als mogelijk gedicht, maar hij is nog niet buiten levensgevaar. Ze weten ook nog niet hoe snel hij weer bijkomt." Tien minuten later kwam Sharon's oom de kamer weer in. "Weet je wat we doen? Jullie hoeven morgen niet naar school. Dan gaan we met zijn allen wat leuks doen. We hebben vandaag wel weer genoeg mee gemaakt voor deze week." Hij keek even voor een goedkeurende blik van zijn vrouw. "En dan gaan jullie nu naar bed, want eigenlijk is het al veels te laat."
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 12-10-2004 om 11:57. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
Ik begin de verhaallijn van Frenk nu ook al wat interessanter te vinden. Alleen een beetje raar dat ik nog niets van hem af weet, maar dat zal nog wel een keer komen. Waarom zijn er niet meer mensen die dit verhaal lezen?
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Inmiddels was er al weer een week voorbijgegaan. Manon voelde zich nu al helemaal thuis op de afdeling. Alleen woensdag was het wat minder geweest. Het was de eerste keer dat Friso vrij had die week, en de andere socio's waren lang niet zo aardig als hij. Daarom was Manon die dag een beetje nukkig. Toen ze die middag in de eetzaal zat was het misgegaan.
"Zeg, Janneke, misschien een beetje lullig dat ik het vraag, maar hoe komt het eigenlijk dat jou gezicht er zo raar uitziet?" Misschien had ze haar woorden wat beter kunnen kiezen, want voor ze het wist was Janneke's hand met een harde, droge klap tegen haar wang gesmakt. "Hoe durf je! Je weet het best." snauwde het opeens laaiend geworden meisje tegenover haar. "Nou, sorry hoor, ik bedoelde het niet gemeen. Ik was gewoon nieuwschierig." "Ja, tuurlijk meis. Jij bent natuurlijk hardstikke onschuldig. En ondertussen achter mijn rug om lachen he? Ik ken jou soort!" "Meiden, houden we het even netjes?" Maar Janneke luisterde niet. Ze smeet haar bord met eten richting Manon en liep weg van tafel. Verontwaardigd veegde Manon de aardappelresten van haar truitje, en toen ze zag hoe Janneke wegliep maakte een plotselinge woede zich van haar meester. Dit was gewoon laag bij de gronds! Een gemene streek was het. In no-time had ze Janneke ingehaald en trok ze haar bij de haren achterover. Gelukkig voor Janneke hadden de twee socio's die bij hun tafel zaten Manon meteen beetgegrepen. "Laat me los! Dat kreng, ik zal haar krijgen! Ik zal haar.. Ik zal..." Buiten adem zakte ze onderuit. "Wat heb ik gedaan?" De socio's hielpen haar overeind en brachten haar naar haar kamer. De deur ging op slot. Janneke had haar alles weer vergeven; ze waren per slot van rekening meteen goeie maatjes geworden. "Ik had denk ik mijn dag niet." had ze gezegd. "Ik ook niet." Had Manon geantwoord. Maar de woedeaanval had wel iets in haar losgemaakt. Toen de deur was gesloten was ze huilend op bed gevallen. Ze had zich tijdens haar woede-aanval compleet machteloos gevoeld. Ze wist niet wat zich van haar meester had gemaakt, maar ze begreep meteen dat dit vaker gebeurd moest zijn. Ze besefte nu dat diegene zich al de hele tijd in het diepste van haar bewustzijn verscholen had gehouden. En zelfs nu voelde ze hem, sluimerend, wachtend op een volgend moment. Gelukkig was vandaag Friso er weer. Na het ontbijt was hij even bij haar komen zitten. "Dag Manon. Ik heb gehoord wat er gister is gebeurt. Gaat het alweer een beetje?" Manon gaf een kort knikje. "Ik heb ook al even met dokter Hendriks gesproken. Hij heeft morgen wel even tijd voor je. Hij heeft je overigens ook nog het een en ander te vertellen. Vind je dat goed?" "Ik weet niet wat het was." antwoorde Manon. "Ik voel me nu zo machteloos. Ik heb gewoon zin om te janken." In een keer kwam alles in haar los. "Ik heb geen flauw idee waarom ik hier zit, wat er allemaal is gebeurd en hoe lang dit allemaal nog gaat duren. Zelfs als ik droom kan ik me alles maar half herinneren. Ik wil weer naar huis, naar school. Ik wil weer terug naar mijn eigen leven, maar alles lijkt zo ver weg." Ze greep Friso stevig vast en drukte haar hoofd tegen zijn schouder. "Als je even bij me uit wilt huilen mag je dat gerust doen hoor." Resoluut drukte ze zich van hem af. "Zo erg is het nou ook weer niet hoor!" liet ze hem met verontwaardigde toon weten. Allebei schoten ze in de lach. "Zeg, maak je het niet te gezellig met hem? Hij is ook een beetje van mij hoor!" Janneke kwam aanlopen en sloeg haar armen om Friso's nek. "Je bent mooi op tijd. Als jij Manon hier even bezig houdt kan ik er misschien stiekem tussenuit glippen. Ik heb nog genoeg te doen." Manon lachte, en terwijl Friso opstond gaf ze hem een klein schopje onder z'n kont. "Hup, lopen jij!" Die avond lag Manon op haar bed na te denken over haar gesprek van morgen. Haar eerste gesprek met dokter Willem was ze nog verlegen geweest. Bovendien waren haar ouders erbij geweest, en dat was heel vreemd. Nu ze tegenover haar vader en moeder had gezeten kwamen ze haar opeens voor als volslagen onbekenden. Wat haar wel meeviel is dat ze de dokter gewoon bij zijn voornaam mocht aanspreken. Omdat Manon niets concreets meer kon herinneren van de afgelopen periode had dokter Hendriks met haar en haar ouders afgesproken dat ze eerst gewoon haar vorderingen zouden bekijken. Misschien zou alles vanzelf weer terugkomen. Daarna had de dokter nog wat dingen met haar ouders afzonderlijk besproken, omdat Manon daar nog niet aan toe was. Hier wou ze het met de dokter ook even over hebben. Ze had het vermoeden dat het wel iets te maken kon hebben met haar woede-aanval. Ze had het gevoel dat er iets heel ergs met haar gebeurd was.
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 12-10-2004 om 20:20. |
![]() |
||||||
![]() |
Nog steeds leuk. Tempo is precies goed voor mij.
![]() Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
|
Ondertussen was de situatie voor Frenk nauwelijks verbeterd. Hij had geen idee hoe lang het precies duurde, maar voor zijn gevoel zat hij al anderhalve maand opgesloten in zijn duistere wereld. Hij bleef zichzelf maar vertellen dat er lang niet zoveel tijd voorbij was gegaan als hij dacht, hooguit half zoveel, maar toch maakte het hem niet veel vrolijker. Ook de cynische stem was niet verdwenen. Om de tijd te doden had hij urenlange gesprekken met zichzelf gehouden maar zijn alter-ego bleef maar doemdenken. Op den duur werden de gesprekken steeds korter, en wat overbleef waren slechts uitingen van ongenoegen waar Frenk nauwelijks meer naar luisterde. "Hoe lang gaat dit nog duren denk je? Eeuwig?" Frenk antwoordde niet eens, het maakte niet uit wat hij zou zeggen. "En hoe wou je dat vol houden?"
"Had je een beter idee dan? Had je een beter idee dan wachten?" Hierop had de stem dan weer geen antwoord. Na een tijdje zou hij echter wel weer wat te zeggen hebben, iets te klagen. Meestal op een moment dat Frenk een beetje weg begon te doezelen. En hij werd steeds vermoeiender. Alsof het zijn enige doel was om Frenk uit zijn slaap te houden. Nee, niet zijn enige doel, in ieder geval niet zijn eigenlijke doel. Maar het leek erop dat hij deze binnenkort ook zou bereiken. Frenk was doodop. "Het gaat allemaal goedkomen. Ik beloof het je." Frenk luisterde niet eens meer. "Geloof je het zelf?" antwoorde hij automatisch. Het bleef stil. Stil? Wacht even.. Plotseling begon het bij Frenk te duizelen. Dit was niet de stem die tegen hem gesproken had. Er had geen sarcasme gezeten in die woorden. Het was iemand anders. "Ik beloof het je, het komt allemaal goed. Het spijt me." Wie was die stem? Hij had haar eerder gehoord. Langzaamaan begon Frenk's hoofd steeds minder zwaar te voelen. Ook de duisternis om hem heen leek langzaam weg te trekken. "Blijf jij maar rustig slapen, dan komt het allemaal goed. We zien elkaar gauw weer, okee?" Plotseling begon een warm gevoel de kilte in zijn lichaam te doorbreken. Van alle kanten drong het bij Frenk naar binnen. En voor het eerst sinds lange tijd droomde hij weer. "Weet je nog, toen we met schoolreisje met z'n tweetjes waren weggedoken uit de groep? In het rijksmuseum? Toen wist ik het zeker, jij was het helemaal." Ze glimlachte naar hem. Meteen dacht hij aan de zondag die daarop was gevolgd. Met zijn tweetjes hadden ze op zijn kamer gezeten. Hij zag het voor zich. Voor het eerst, verlegen, zaten ze op zijn bed. Met moeite had hij gedurfd haar hand te pakken. Nou ja, hem 'per ongeluk' aan te raken, en vast te pakken. Ze praatten zachtjes, en haar hoofd kwam steeds dichter bij de zijne, zijn hoofd steeds dichter bij de hare, en toen hij zijn hoofd richting haar oor draaide om haar iets liefs toe te fluisteren schampten zijn lippen de hare. Zo zaten ze nu weer, verstrengeld in een wilde dans van passie. Toen hun lippen loskwamen keek ze naar hem op. Haar prachtige, donkergroene ogen straalden. "Weet je nog?" fluisterde ze...
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 15-10-2004 om 21:26. |
![]() |
|||
Citaat:
Citaat:
Even wat verduidelijking? Als er wel wat achter steekt is het enkel en alleen dat ik ook nog ruimte nodig heb voor andere verhaalelementen/plotwijzigingen. Maar misschien doelen jullie op wat anders? ps. Ja natuurlijk neem ik midden in de nacht nog even de tijd om mijn eigen topic te behandelen. Duhhhuhhhhhhhhhhhh....
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Manon weet niet waar ze zit of wat er aan de hand is.
Door die woedeaanval met janneke is het opeens een stuk duidelijker.. maar verder snap ik nu eigenlijk ook niet helemaal meer wat ik bedoelde.... ![]() maar ik verheug me op een volgend deel! Choking Duck
__________________
Of gewoon niet.
|
![]() |
|
Okee, dit stukje is ff wat korter; ik heb een aantal dingen (voor mezelf, nog niet alleen dit stukje maar het hele verdere verloop) moeten veranderen, want het werd allemaal een beetje saai. Bovendien waren een aantal zaken nog lang niet in zicht.
Zelf ben ik er nog niet helemaal uit of ik dit stuk zo laat maar voorlopig eerst even de rest opnieuw op papier zien te krijgen. Voila! Uiteindelijk had het gevoeld alsof hij dagen aaneen in slaap had gelegen. Hij voelde zich nog helemaal moe en slap, maarja, dat had hij vaker als hij te lang bleef liggen. Voordat Frenk zijn ogen wou openen, nouja, voor het idee dan, moest hij eerst even toegeven aan de neiging zich helemaal uit te rekken. Maar hij was zo slap. Hoe kon dat? Verbaasd opende hij zijn ogen. En nog verbaasder zag hij plotseling dat hij zich bevond in een ruime kamer, en hij was niet alleen. Om hem heen stonden talloze vreemde apparaten die nog vreemdere geluiden maakten, en die natuurlijk ook nog eens allemaal aan hem vast waren gekoppeld. Pas toen Frenk zich bewust werd van de pijn, die zich nog steeds als een brandende naald in zijn borst had gemanifesteerd. Alles was echt geweest, alles. Ze had hem serieus neergestoken. Kutkutkutkutkut! Maar hij leefde nog, hij leefde nog steeds. Waarom? Waarom had ze dit gedaan? Had zij dit gedaan? Ja, ze had het echt gedaan. Met pijn in zijn kop en pijn in zijn brandende wond bleef Frenk half verdoofd op bed liggen. En hij stond dus ook nog stijf van de verlammende middelen! Behalve natuurlijk weer pijnstillers. Argggh! Zijn ademhaling werd steeds onnauwkeuriger, hij werd steeds nerveuzer. Waarom kwam er niemand? Hij was toch wakker? Een van de duivelse apparaten achter zijn hoofd begon wild te piepen en door de deur van de ziekenzaal kwam onmiddelijk een verpleegster aanlopen. "Rustig maar, rustig maar." begon ze nog voor ze bij zijn bed was. "Ik zal de dokter zo roepen om te melden dat je wakker bent, eerst even dit. Ze zette een injectiespuit op een van de naalden in zijn arm en spoot hem in een keer leeg. Een licht tintelend gevoel steeg naar Frenk's hoofd en meteen begon de pijn weg te zakken. Voorzichtig haalde de zuster even een hand door zijn haar. "Zozo, dat scheelt he? We hadden er eerlijk gezegd niet helemaal op gerekend dat je zo snel bij zou komen. Je ouders zullen zó blij zijn. En je vriendinnetje natuurlijk helemaal. Maar eerst zal ik even je arts waarschuwen." Voordat Frenk maar op een van deze zaken kon reageren was ze alweer weg. Manon? Was ze hier geweest? Na wat ze had gedaan? En hoe lang had hij in coma gelegen?
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
goed.... had even gewacht met dit deel totdat je er alvast een vervolg bij had
![]() op taalfoutjes (als die er al in staan) heb ik niet gelet want zo'n grammaticawonder ben ik niet.... maar ik hoop snel een volgend deel!!!!!!!!! choking duck
__________________
Of gewoon niet.
|
Advertentie |
|
![]() |
|
"Manon, als het even kan wil ik wel dat je je aandacht erbij houdt." Dokter Hendriks kreeg geen antwoord, Manon staarde enkel verbaasd voor zich uit. "Manon?"
"OH, uhh," verbaasd kwam ze weer tot zichzelf. "Maarreh, een rechtszaak? Naar de rechter? Ik, ik.." Eerlijk gezegd was ze volledig in de war gebracht door wat ze te horen kreeg. Ze was op slag vergeten waar ze het allemaal over wou hebben. Wat moest er in godsnaam met de rechter worden besproken? Wat had die er nou mee te maken? Dokter Hendriks zag de verbaasde blik in haar ogen. Hij leunde voorover en wreef even met zijn handen over zijn knieen. Hoe zou hij dit uitleggen? "Manon, heb je nog steeds geen idee waarom je hier zit?" Hij zag dat ze even bedenkelijk keek. "Weet je het echt niet?" "Nou," begon ze voorzichtig. "Ik had eigenlijk wel het idee dat er wat was. Ik zat namelijk te denken, nou tenminste, ik dacht," ze wachtte even op een knikje van dokter Hendrik. "Ik dacht dat," weer dacht ze even na. Ze had er nog helemaal over nagedacht. Hoe ze dit moest zeggen, maar nu kwam ze niet uit haar woorden. Maar dokter Hendriks wachtte geduldig op wat ze te zeggen had. "Nou," begon ze weer. "Het had eigenlijk te maken met dat ik ruzie heb gehad met Janneke, je weet wel? In de eetzaal." "Ik heb het gehoord ja." De dokter leunde weer rustig achterover. "Dat was toch alweer een paar dagen terug? En dat hebben jullie toch al uitgepraat?" Gedreven antwoordde Manon weer. "Jamaar, dat is het niet. Het was niet zo erg. Het was meer dat.." "Het was meer dat ik niet wist wat ik deed. Ik was mezelf niet!" Zo! Het was eruit. Er verscheen een glimlach op dokter Hendriks' gezicht, waarop Manon hem verbaasd aankeek. Had hij dit al verwacht? "Manon, er is dus nog iets waar wij het over moeten hebben. Je moet voor de rechter verschijnen omdat je een ernstig misdrijf hebt begaan. Weet je echt niet meer wat dat was?" Waar ging dit over? Zat ze hier niet omdat ze aan geheugenverlies of zoiets leed? "Manon, zegt de naam Frenk jou wat?" Met een klap viel Manon achterover van haar stoel. Bij het horen van zijn naam schoten de beelden in een flits door haar hoofd. Ze zag hem, haar liefste, zo lief als hij altijd naar haar keek. Nee, verbaasd. Alsof ze twee foto's door elkaar zag, de een zo lief, de ander zo verbaasd. En zijn handen vol bloed. Zo lag ze op de grond, met angst keek ze naar haar eigen handen, alsof het bloed wat eraan gekleefd had nooit was verdwenen. "Ik, ik heb hem vermoord. Mijn god, ik heb hem vermoord." Dokter Hendriks tilde haar overeind en pakte haar handen, die ze nog steeds in afschuw voor haar uithield. Manon, je hebt hem niet vermoord. Het scheelde weinig, maar je hebt hem niet vermoord." "Maar ik, ik..." Manon wist niks meer uit te brengen. Dokter Hendriks zette haar terug in haar stoel. Daar liet hij haar even op adem komen voor hij verder ging. "Je hebt Frenk niet vermoord. Dit neemt echter niet weg dat je iets heel ernstigs hebt gedaan. Hij is er slecht aan toe. Het probleem is echter dat we niet kunnen begrijpen waarom je dit hebt gedaan. Jijzelf waarschijnlijk ook niet." Het leek er niet op dat Manon nog naar hem luisterde. Afwezig schommelde ze op haar stoel heen en weer. "Manon?" "Nee." antwoordde ze zacht. "Ik ben moe. Ik wil niet meer." Plotseling klonk ze heel verdrietig. Ze wou naar bed. Dit kon allemaal niet waar zijn. Ze lag gewoon thuis in bed, dit was een droom. Straks zou ze wakker worden en was alles weer goed. Dat moest wel, ze wist het zeker. Alleen zei haar hart haar heel wat anders.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Manon zat nog steeds half voorover gebogen op haar stoel, haar handen nog steeds in die van dokter Hendriks. Ze voelde zich helemaal slap.
"Misschien is het wel beter als we dit nog even een nachtje laten berusten. Ik zal Liesbeth vragen om je naar je kamer te begeleiden." Hij wreef heel even goedmoedig over zijn rug en pakte toen het toestel op zijn bureau. Even later kwam Liesbeth en liepen ze samen weer naar de afdeling. Op de trap begon Liesbeth tegen haar te praten. "Ik wil niet dat je de hele dag op je kamer blijft zitten hoor, dan ga je er alleen maar over zitten piekeren." Manon had geen zin om te antwoorden. Ze had uberhaupt geen zin om met haar te praten. Ze was de meest zeurderige groepsleider van allemaal. En als ze aan een ding geen behoefte had was het wel gezeur. Zeker nu. Gelukkig ging Lies er niet op door. Op haar kamer aangekomen liet ze zich meteen op haar bed vallen. Hoewel ze nu wat spulletjes van thuis had gekregen voelde de kamer nog steeds kaal aan. Nouja, het enige wat ze er deed was slapen. Veel zat ze er toch niet. En nu had ze weinig aandacht voor wat er om haar heen stond. Het liefste zag ze het helemaal nooit meer. Ze wou hier niet zijn. Manon drukte haar hoofd in haar kussen in een poging de beelden uit haar hoofd te persen. Uiteraard had dit weinig succes. Waarom? Waarom had ze dit laten gebeuren? Wat had haar zo ver gekregen dit gruwelijke monster zich van haar meester te laten maken? En waarom Frenk. Waarom? Een paar uur later werd er op de deur geklopt. "Manon?" klonk Liesbeth's stem. Slaapdronken tilde Manon haar hoofd uit haar kussen. Wat een koppijn, en had ze wel geslapen? Waarom stond dat zeikwijf nou weer aan de deur te jengelen? De deur ging langzaam open en Liesbeth's hoofd verscheen. "Manon, kom je ook mee naar buiten? We vinden dat je wel wat frisse lucht kunt gebruiken." "Ik hoef niet!" Nu opende Liesbeth de deur nog verder en kwam ze de kamer in. Haar kamer. "Ik zeg toch: Ik hoef niet. Laat me met rust." "Manon.." Voor dat Lies haar zin af kon maken beet Manon furieus van zich af. "Ik wil niet en ik ga niet, dat hoor je toch! En wedden dat jij me niks kan maken? Ik luister niet naar jou. Ik luister naar niemand. Het maakt toch niet uit, ik moet toch de cel in!" Manon stond op en wou de deur dichtgooien, maar toen ze haar hand uitstak pakte Liesbeth haar pols, en voor ze het door had zakte Manon huilend in elkaar in haar armen. "Ik wil niehiet, ik heb het niet gedahahaan." "Meisje toch." Liezes stem werd opeens heel zacht. "Je hoeft de gevangenis niet in, hoe kom je daar nou bij. Voorlopig blijf je gewoon een tijdje bij ons." Liesbeth hield haar even stevig vast en streelde Manon door haar haren. Het snikken werd al wat minder. "Maar dat betekent wel dat je naar me moet luisteren he? Want voorlopig zitten we nog wel aan elkaar vast." Tussen de snikken door klonk even een kort lachje. "Okee, ik ga wel mee naar buiten." "Geloof me maar, je zult er van opknappen." Ze trok Manon overeind en liep alvast de kamer uit. "Ik zie je zo, okee?" Manon veegde nog de tranen uit haar ogen en volgde Liesbeth naar buiten.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Geduld, ze komt vanzelf (okee, eerlijk gezegd had ik die vraag al veel eerder verwacht, dat valt mee). Even een klein stukje (hoorde eigenlijk bij het vorige)
"Ik was al bijna bang dat je niet zou komen." Janneke zat op de stenen verhoging die de rand vormde van een grote plantenbak. "Wat heb je deze keer te horen gekregen?" Stilletjes kwam Manon naast haar zitten. Ze had toch enigzins spijt dat ze naar buiten was gegaan. Iedereen was gezellig en druk bezig maar daar had zij geen zin in. "Frenk." antwoordde ze zacht. Verder kwam ze niet. Ze moest er moeite voor doen niet te gaan janken. Ze wou niet janken, dat had ze lang genoeg gedaan. Maar meer kreeg ze niet uit haar mond. Ze keek Janneke verontschuldigend aan. Plotseling zei Janneke; "Ik heb thee over me heen gehad." Het drong niet meteen tot Manon door wat ze bedoelde. "Toen ik klein was heb ik eens een keer het tafelkleed van tafel getrokken, je kent het wel. Ik had tweede en derdegraads brandwonden op mijn hele bovenlichaam." Manon had nooit meer durven vragen waarom Janneke's gezicht zo mismaakt was, en nu begon ze spontaan te vertellen. Ze begreep wel waarom. Ze was er alleen nog niet klaar voor om Janneke haar alles te vertellen. "Ik moet naar de rechter." vertelde Manon haar vriendin. "En dokter Hendriks zegt dat ik me geen zorgen hoef te maken, maar ik denk steeds maar dat ik naar de gevangenis moet." "Wat heb je gedaan dan?" "Nou, dat kan ik je nu nog even niet vertellen, het is, het is heel erg. Ik snap het zelf nog niet." Ze klonk erg afstandelijk toen ze dit zei, maar Janneke begreep het en vroeg niet verder. "Maar als ze je meteen hier heen brengen dan denk ik niet dat ze je alsnog de cel in sturen. Ik denk eerder dat ze jou hier willen houden." Toen ze zag dat dit Manon niet helemaal tevreden stelde voegde ze daar nog aan toe: "Bovendien; je bent zo gek als een deur, die zware jongens daar houden het never nooit uit met jou."
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|
![]() |
|
Okee, vooruit dan:
Hoofdstuk drie: Sanne Vanaf dat moment ging het steeds slechter met Manon. Ondanks alle vriendelijke woorden van de mensen om haar heen voelde ze zich verschrikkelijk. Op den duur begon ze met iedereen ruzie te maken, zelfs met Janneke, en ze sloot zich steeds meer op in haar kamer. De spanning liep steeds verder op en ze werd steeds meer geprikkeld. Haar zenuwen kwamen tot een hoogtepunt op de avond voor de zitting. Ze had te horen gekregen dat Frenk’s ouders ook aanwezig zouden zijn en dat was een van de dingen die dokter Hendriks beter niet had kunnen vertellen. Hoe kon ze hen mogelijk onder ogen komen? Ze weigerde uiteindelijk om die avond te eten. Ze had geen trek. Helaas, zoals ze min of meer al verwacht had, mocht ze daar zelf niet toe beslissen. Ze was al te ver gegaan, had ze te horen gekregen. Toen ze haar bord met eten voor zich had, wist ze al snel een van de aardappelen de zaal door te katapulteren. Die avond zat ze zwaar chagrijnig op haar kamer. Ze haatte Liesbeth, en Rob. Toen iedereen klaar was met eten mocht zij blijven zitten. De aardappelen waren al lauw en de doperwtjes waren uitgedroogd. Ze had niet alles opgegeten, nee, ze liet zich niet kennen. Uiteindelijk had ze de twee zo ver gekregen dat ze terug naar kamer mocht. Nouja, moest. Maar in ieder geval zou ze nu geen last van ze hebben. Maar hoe moest het morgen? Ze wou niet. Het ging haar eigenlijk niet om de uitspraak. Dokter Hendriks, Friso, zelfs Janneke, ze hadden haar er allemaal van overtuigd dat ze zich daar niet druk over hoefde te maken. Ze wist onderhand wel wat die uitspraak zou zijn. Ze kon alleen Frenk’s ouders niet onder ogen komen, dat wist ze. Niet na wat ze had gedaan. En op haar kamer was het ook saai. Ze kon niets anders doen dan malen over wat haar te wachten stond. Manon plofte neer op haar bed en drukte haar hoofd in haar kussen. Om het goed te maken morgen nog een stukje (Yaaaay! Ik heb fan's!!!)
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Ik wou inderdaad eigenlijk even een kort samenvattend hoofdstukje tussendoor. Is me niet helemaal zo kort gelukt als het hoort, maarja.
Eerdere hoofdstukaanduiding heb ik hier ook niet gebruikt maar dat voegt nu eigenlijk weinig toe. Ik heb meer veranderd wat ik hier niet meer kan inpassen (vanwege al dat veranderen duurde het ff) maar het komt er op neer dat het bovenstaande in twee hoofdstukken had kunnen worden verdeeld. nouja.
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 14-11-2004 om 14:08. |
![]() |
|
Frenk begreep het ook niet. Waarom wilden ze heen? Natuurlijk, ze hadden haar zo’n beetje als tweede dochter beschouwd, omdat ze vaker bij hem over de vloer kwamen dan bij haar, maar na wat ze had gedaan? Konden ze dat wel trekken?
“Ze heeft het niet expres gedaan.” was zijn eerste antwoord. “Weet je niet waarom?” “Nee, maar…” eigenlijk wist Frenk niet wat hij moest zeggen. “… ik weet het zeker. Het kan niet.” Zijn moeder luisterde alleen maar. Zij was al blij genoeg dat haar jongen weer helemaal gezond zou worden. Ze wou het hier eigenlijk niet over hebben. Ze sprak haar man aan. “Moeten we het hier nou over hebben. Hij heeft al genoeg aan zijn hoofd. Is het niet, Frenk?” “Dit is juíst wat hij aan zijn hoofd heeft. Ik lig er ook wakker van! Het is onbegrijpelijk.” “Maar hij moet rusten! Dan ga je het er nu toch niet over hebben?” “Mam…!” Frenk onderbrak de woordenwisseling tussen zijn ouders. “Sorry jongen, ik had er niet over moeten beginnen.” begon zijn vader weer tegen hem. “Je moeder had gelijk.” “Nee, het is goed.” Zijn ouders gingen naar de zitting. Manon kwam voor de rechter, voor wat ze had gedaan. Zijn ouders gingen heen. “Maar ze heeft het niet zo bedoeld, okee? Jullie worden toch niet boos op haar?” Het was nog maar een dag geleden dat hij weer wakker was geworden. Nu lag hij op een eigen kamer in het Elisabeth-gasthuis. Zijn ouders waren diezelfde avond nog langsgekomen om te horen hoe het met hem ging. Alleen was hij toen nog erg moe. Hij had van ze te horen gekregen wat er nou precies gebeurd was. Hoe het met Manon ging. Ze was opgenomen in een inrichting. Ze was dus niet langs geweest. Natuurlijk was ze hier niet geweest. Dat kon niet. Toch vond hij het ergens diep van binnen toch jammer. Het eerste waar zijn vader over begon toen ze vandaag binnenkwamen, was de zitting. Manon zou voor de rechter komen. Het stond vast dat ze niet toerekeningsvatbaar was, en waarschijnlijk zou ze onder behandeling worden gesteld. Het waren allemaal dingen waar hij altijd van had gedacht dat hij er nooit mee te maken zou krijgen, in ieder geval niet van dichtbij. Hij miste haar echt, nu al, maar hoe moest het lopen na wat er tussen hen gebeurd was? Hij piekerde al niet meer over het hoe en waarom. De hele afgelopen nacht had hij dat gedaan, maar hij wist dat hij gewoon geen antwoord zou kunnen vinden. Toch sliep hij slecht, bleef hij piekeren. De zuster had hem slaapmiddel toegediend, maar toch had hij niet lekker geslapen. De volgende ochtend voelde hij zich nog steeds belabberd.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Hij kreeg een aai over zijn bol en zijn moeder gaf hem nog een kus op zijn voorhoofd. Toen vertrokken zijn ouders weer.
“Vind je het goed als we Sharon morgen meenemen?” vroeg ze nog voor ze de deur dichttrok. Frenk knikte nog even naar zijn moeder. Hij wou gaan slapen. Hij was moe genoeg en voorlopig was er toch weinig te doen. Frenk werd pas weer wakker toen het ochtend was. De zuster kwam hem wekken voor de wasbeurt. Hij kreeg nog steeds spierverslappers toegediend omdat de wond in zijn borst nog erg kwetsbaar was. Het was wel raar dat een vreemde hem bij het wassen moest helpen, vooral omdat het een vrouw was. Gelukkig hoefde hij zich nergens voor te schamen, want hij was zo suf dat er weinig kon gebeuren. Hij miste nog steeds zijn ontbijt. Dat kreeg hij binnen via een slang, omdat ook een gedeelte van zijn slokdarm beschadigd was. Allemaal kleine dingetjes waren het, die het maakte dat hij zich helemaal niet prettig voelde, als hij alleen was in het ziekenhuis. Hij kreeg ook maar weinig bezoek. De enigen die hij tot nu toe gezien had waren zijn ouders. Okee, toegegeven, hij was pas weer twee dagen op de bewoonde wereld, maar hij kon die zogenaamde drukte heus wel aan. Gelukkig zou hij zo snel mogelijk een TV bij zijn bed krijgen, dat zou al heel wat schelen. Het zorgde in ieder geval voor wat afleiding. Toch bleef hij aan zijn bed gekluisterd, en daarvan baalde hij behoorlijk. Waarom? Waarom moest dit hem gebeuren? Waarom had ze dit gedaan? Hij bleef maar piekeren. Toen werd er zachtjes op de deur geklopt. Vanachter de deur verscheen een van de verpleegsters. Ze had lange zwarte krullen, en het duurde even voordat Frenk haar herkende als de zuster die bij hem was gekomen toen hij voor het eerst weer bij was gekomen. “Frenk, er is bezoek voor je.” Voor zover hij kon richtte hij zich op, en opeens was al zijn aandacht gericht op de zuster, en de deuropening waarin hij nu ook een tweede persoon zag staan. “Hoi Frenk.” zei Sanne zacht.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Mensen moeten ook gewoon maar de tijd nemen om een langer stukje te lezen dan.
Het is ontiegelijk irritant als je steeds een klein stukje leest, en een tijdje later weer een vervolg leest en eerst weer helemaal moet bedenken waar dat kleine andere stukje over ging. Lekker doorposten, ik heb zin in een vervolg! ![]()
__________________
Of gewoon niet.
|
![]() |
||
Citaat:
[edit] Te laat, shit!
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
“Wat doe jij hier?” Met een blik van verbazing keek Frenk naar het meisje dat in de deuropening was verschenen.
“Wacht even,” begon de verpleegster. “Mis ik iets? Jij bent toch haar vriendje?” Ook zij keek nu verbaasd. Ze wierp haar blik omstebeurt op Frenk en op Sanne, maar geen van beide gaf antwoord. Toen stapte Sanne naar voren. “Ik heb het gelogen,” Frenk begreep nog steeds helemaal niet wat er aan de hand was, maar het begon interessant te worden. “Ik zei het omdat ik bang was dat je me weg zou sturen, ik…” Stotterend stond het meisje tussen hem en de zuster. Deze keek nog steeds afwisselend naar het blozende meisje en de nog steeds stomverbaasde Frenk. “Zeg het maar,” begon ze tot slot tegen hem. “Mag ze blijven?” Hij knikte, en de zuster verliet de kamer, waardoor ze met zijn tweetjes overbleven. “Sanne?” Het meisje stond nog steeds met haar rug naar hem toegekeerd naast zijn bed. Ze draaide zich om, hevig blozend. “Ik, ik .. Frenk, het spijt me.” Het leek alsof ze het liefste zo snel mogelijk de kamer uit kon rennen. Maar ze deed het niet. “Ik ben elke dag bij je langsgeweest. Omdat, … omdat het zo slecht met je ging.” Ze ging naast hem zitten op het randje van het bed en voorzichtig pakte ze zijn hand. “Ik..” begon ze. Plotseling liet ze zijn hand weer los en sprong ze op van het bed. Ze was bloednerveus. Frenk begreep wel waarom. Ja duh! Het was overduidelijk. Maar hij snapte er niks van. “Sanne, waarom?” Midden in haar geijsbeer stopte ze. “Ik… Het spijt me écht Frenk! Ik bedoel, jij, en Manon. Ik bedoel, het mag niet toch? Maar weet je wat ze heeft gedaan?” Toen rende ze de kamer uit. Sanne. Hij kende haar nauwelijks. Al drie jaar zaten zij bij elkaar in de klas. Eigenlijk altijd al. Al sinds de basisschool zaten ze bij elkaar in de klas, maar Sanne was altijd het stille meisje geweest. En nu vond ze hem leuk? Hoe lang al? Frenk dacht na over alles wat er in zijn jeugd voorbij was gegaan. Had hij op de peuterspeelzaal niet met haar gespeeld? Vadertje en moedertje? Op de basisschool had hij andere vriendjes gehad. Zij was er eigenlijk nooit bij. Sanne deed andere dingen. Sanne zat altijd in een hoekje. En nu was ze hier, bij hem. Maar wat had ze over Manon gezegd? Opeens schoot het door zijn hoofd. Ze moesten het allemaal weten, op school. Hoeveel hadden ze gehoord? Wat wisten zij dat hij niet wist? Wist Sanne dingen die ze hem kon vertellen? Hij wist het écht niet. Hij was in een lastige situatie terecht gekomen. Dat wist hij wel.
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 20-11-2004 om 18:41. |
![]() |
|
Het is alweer een tijdje terug, maarja, hij was nog niet af. Plus ik had opeens een ontzettende drang ermee verder te gaan (verklaart ook wat meer het tijdstip
![]() Hoofdstuk 4: De brief Pas laat in de middag werd Frenk wakker. Sterker nog; hij werd wakker geschudt. “Het is etenstijd, slaapkop!” Slaapdronken keek hij op. Hij moest zijn ingesukkeld. De zuster, Emma, was al bezig het eettafeltje uit te klappen. Frenk hielp zichzelf rechtop en nam vervolgens uitgebreid de tijd zich eens goed achter de oren te krabben. Was hij zo moe geweest? Dat viel toch best mee? “Is het nog dinsdag?” vroeg hij voor de zekerheid. “Nou, nou! Zo lang heb je nou ook weer niet geslapen hoor.” De zuster keerde zich om om het dienblad van de kar te pakken. “Je moeder heeft je kaart maar ingevuld, omdat jij lag te slapen. Gehakt, aardappeltjes en bietjes.” Ze haalde de deksel van het dienblad en zette het voor zijn neus. “Ik kom straks nog wel terug voor het toetje.” Frenk had zijn vork al gegrepen en viel aan op het eten. Wacht even, dacht zijn hoofd. Zijn moeder? Vlug slikte hij de aardappel weg. “Wanneer zijn mijn ouders langs geweest dan?” Zuster Emma draaide zich naar hem om. “Oh, ze zaten hier vanmiddag toen ik de maaltijdlijsten op kwam halen.” Ze gaf nog even een kort knikje naar zijn nachtkastje. “Ze hebben een briefje voor je achtergelaten. O ja, en wil je vruchtenyoghurt of pudding?” Een klein half uurtje later zat Frenk met zijn bakje pudding op schoot. Waarom had hij eigenlijk ‘pudding’ geantwoord? Hij had eerlijk gezegd helemaal geen trek in pudding. Voorzichtig zette hij het schaaltje op zijn nachtkastje. Zijn oog viel op de brief, en het kleine, blauwe boekje dat eronder lag. Hij was het al weer helemaal vergeten. Hij pakte het boekje en sloeg het open. Langzaam liet hij de bladzijden door zijn vingers glijden; er stond niks op, alleen lijntjes. Nou ja, het zou vast ergens voor bedoeld zijn. Hij legde het boekje terug en pakte nu het opgevouwen briefje. Hij was veel nieuwsgieriger naar wat zijn moeder hem te vertellen had over de zitting. Toen hij hem opensloeg, herkende hij echter niet zijn moeders handschrift. Lieve Frenk, dat het zo moest gaan, ik had het niet gewild. Alsof, het mes, de snede, alsof het allemaal een droom was. Alsof ik jou niet zag, zo ging het. En nu zie ik het pas. En het doet zo’n pijn, Frenk, zo’n pijn. Ik word echt helemaal gek. Het spijt me echt. Kun je het me vergeven, asjeblieft? aller-, allerliefste kusjes, M. Even leek het of alles weer opnieuw gebeurde, hij zag de woorden op papier en in een flits voelde hij weer een steek van pijn. Onwillekeurig greep Frenk naar zijn borst. Zijn hand raakte een van de plastic slangetjes, die over zijn hemd hingen, en meteen was het weer weg. Maar het was er wel even geweest, en met de pijn was ook de herinnering weer teruggekomen. De duivelse blik had meteen weer plaats gemaakt, voor haar zachte, liefdevolle ogen, maar toch bleef het beeld een beetje hangen. Als een schaduw, als een haast onzichtbare mist. Frenk pakte het briefje weer, wat uit zijn hand was gegleden. Keer op keer las hij het weer over. Wat moest hij nou? Alsof hij niet in de war was! Uiteindelijk besloot hij het briefje weg te stoppen. Hij pakte het boekje van zijn nachtkastje en stak het velletje er opgevouwen weer tussen. Toen probeerde hij vergeefs weer te gaan slapen. Zelfs in het donker bleef ze echter door zijn hoofd spoken.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
|