Rennend op een kale weg,
vol mensen, toch verlaten.
Ik ren, ik schreeuw, ik huil, ik zeg,
maar niemand heeft me in de gaten.
Reikend naar een herinnering,
maar afgestraft door het heden,
ren ik voort.
Naar links, naar rechts, naar boven, naar beneden,
geen idee van wat ik nog doe,
ik ren maar voort, al ben ik moe.
Ik wil niet stoppen, niet stil staan,
want als ik stop kan ik weer denken,
ik kan mezelf niet aan.
Dus ren ik voort,
alleen, omringd door mensen,
ik ren weg van mezelf,
van mijn eigen gedachten en wensen.
(ik durfde hem niet te posten, maar heb het toch gedaan. Wees ajb aardig tegen mij!!

)