Ik wil zo vroeg mogelijk naar mijn bed,
Om deze dag snel te vergeten.
Wetend dat ik de volgende dag toch wel red,
Sluit ik mijn vermoeide oogleden.
In mijn dromen heb ik alles,
Onder mijn lichaamswarme laken.
Ik herhaal mijn mooiste kus,
Om vervolgens weer te ontwaken.
Wanneer ik in de ochtend wakker word,
Is mijn wens weer niet werkelijkheid.
Eeuwig slapen zonder moord,
Eeuwig rust kent geen tijd.
Voor lekker slapen moet ik leven,
Die warme dekens om mij heen.
In mijn dromen kan ik alles beleven,
De wekker is als een duivel gemeen.
__________________
De helft van jullie ken ik niet half zo goed als ik zou willen; en van minder dan de helft van jullie houd ik half zoveel als jullie verdienen.
|