Aldaar zijt 't triomfantlijk trots
Veraderlijk ligt 't op de loer
Vanachter 't sluwe, een grootse rots
Schuilt, misplaatst, zijn machtsgevoel
't Geeft eerloos, 'n lage trap na
Op eigen grond, Ons rijklijk zand
Door 't bouwen van huizen, in zijne naam
Ende 't verkrachten van ons Sagenland
Koortsig ijlt het, uit hun boek
Verzwakking van ons menslijk eer
Ons glorie-jaren, blijken zoek
Ons eervol dagen, blijken niet meer
Nu broed ons woede, als één brok haat
Tezamen doven we 't inferieur vuur
Als ons plan tewerk gaat, 's avonds laat
't branden van 't laatste Christlijk uur
Kerken vallen, Kind'ren branden
Ontheiliging van 't christlijk braak
Verkrachten de maagden, in God zijn naam
En trots hangen we hun hoofden, op 't plein aan een haak
Laatst gewijzigd op 20-06-2002 om 13:16.
|