Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 11-02-2005, 15:21
snoodaard
Avatar van snoodaard
snoodaard is offline
Na wat wikken en wegen besluit ik dit toch maar te posten. Het verhaal bestaat uit een nogal onsamenhangend geheel dat voornamelijk zijn oorsprong vindt in iets dat me gister door iemand terloops werdt vertelt.
Ik heb geprobeerd de meeste fouten weg te werken, maar ben bang dat door het vele nalezen en corrigeren er wat dingen niet meer aansluiten.

Het komt neer op een stukje uit het bewustzijn van een op het moment nog stabiele dame die in behandeling is bij een psychiater.

-----------------------------------------------------------------------------------

De koude wind blies de onverdraagbaar smerige zeelucht door haar gezicht. Die verdomde duinen. Haar traanbuizen stonden haast op springen maar voordat zij zich door deze liet overmeesteren draaide ze zich om richting station. Het station, de weg er naar toe zou nog een hele opgave worden. Zeker geen zonder gevaren of hindernissen. Nu scheelde het dat ze op een blauwe maandag, toen ze nog op het middelbare onderwijs zat, aanvoerster van de lokale hordeloopvereniging was geweest. Ook de ervaring uit het halve trainingsjaar van de Landmacht zou haar bijstaan op deze tocht. Ze wist nog goed hoe ze haar drilinstructrice haatte. Het mens liet haar maar niet met rust, zeker niet als ze al schreeuwend van trauma’s uit haar jeugd de stormbaan bestormde. Wat haar bezielde, en dat na, zo leek het, eeuwig gepreek over daadkracht, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheid maar vooral moed. Altijd had ze al het vermoeden dat deze dame van gezag een oogje op haar en haar doosje had, gelukkig was ze wijs genoeg dergelijke aantijgingen niet te verbaliseren. Zoiets had haar, toen nog in het vooruitschiet liggende, militaire carrière zeker geschaad. Was het niet dat zij een collega militair met de binnenband van de dienstdoende sergeant zijn fiets bevredigde tijdens de ochtendinspectie van de kazerne. Oneervol ontslag was nog nooit zo pervers geweest gonsde het door de roddelkanalen van haar divisie.

Een soort van afrastering in de vorm van een rood hek met ronde buizen blokkeerde haar toe nu toe voorspoedige weg. Het verlichte blauwe bord met daarop ‘Den haag’ toornde boven een slecht betegeld perron uit. Ze was er.
De weg was veel minder moeilijk gebleken dan ze eerst verwachte. Hindernissen hadden zich enkel geopenbaard als wat zand in haar linkerschoen net tussen haar grote teen en aangrenzende teen in combinatie met een losse veter. Van beide was de oorsprong haar een raadsel. Gevaar was er stukken minder geweest, het bleef beperkt tot een aan het fietspad grenzend bouwwerk dat haar vanwege de fascinatie die het opwekte haast uit koers dreef.

Op het perron streelde haar vingers langzaam over het plexiglas. De informatie die het gele papier onder het glas haar gaf deed haar goed. Nog maar zes minuten vertelde de stationsklok.
Een schelle fluit liet haar schrikken. Alweer weggedommeld, de medicijnen begonnen waarschijnlijk pas later te werken, “na ingenomen te zijn” gniffelde ze. Er was niets vreemds te merken dus ze maakte zich nog geenszins zorgen. “Welaan”, riep de man met fluit, “moet je mee of niet?”
Na een korte discussie met de bebaarde conducteur over instappen en eenhoorns zat het geluk haar al weer mee. Ze vond in haar achterzak een portemonnee met een kaart. Haar foto stond op de kaart en de bebaarde man, die daarvoor nog het bestaan van eenhoorns af had gewezen, knikte dat het goed was. Wat een vreemde verstandhouding dacht ze nog toen verderop een veel braver uitziend meisje een boete kreeg.

Twee haltes verder kreeg ze hem eindelijk in de gaten. Ze probeerde vooralsnog de bellende lelijkerd te negeren maar het kleine beetje Italiaans dat ze sprak bleek van pas te komen. Hij had het met de persoon in de telefoon over haar. Het ging over haar haren, haar gezicht en andere zaken die zulk soort mannen aan elkaar beschrijven.
Toen ze uitstapte bij haar halte stapte ook hij uit. Zij ging rechts af, hij ook. Zij versnelde pas, hij versnelde pas. Zij bleef bij een etalage staan, hij stond louche tegen de lantaarnpaal wat meters terug.
Een klein uurtje later stonden zij en de smerige Italiaan voor haar huis. Zijn vette glimlach, enkel overschaduwd door het vet in zijn haar, vertelde haar dat hij iets van haar moest hebben. “Koffie misschien” dacht ze nog. Maar eenmaal in haar studentenkamertje aangekomen verkondigde zijn snel ontblootte lid een heel ander verlangen. “Koffie is nog steeds niet uit den boze maar dat soort taferelen bewaar ik voor diepere relaties”, schoot het door haar hoofd.

Langzaam droop de gekleurde vloeistof over haar handen. De badkuip in de gedeelde badkamer vulde zich langzaam met kleurrijke spul. Het was duidelijk niet enkel het water uit de kraan die dit deed. Ze bleef maar over zijn hoofd wrijven. Ze had nog zo gehoopt dat hij niet tegen zou stribbelen. Ze had terplekke besloten dat het maar het beste was om hem nu mee te slepen, en hem daar niet nog langer te laten liggen.
Van schrik sloeg ze haast tegen de muur toen ze goed en wel doorhad waar ze mee bezig was. De walgelijkheid van haar daad drong nu pas door. Welke zieke geest zou nu zoiets doen. De golven van angst maakte haar steeds misselijker. Ze bekeek zijn hoofd en zag dat zijn haren niet langer plakkerig waren. Ook de eerst zo felle kleur was verwassen. Deze zat haast volledig in de kuip en stak stevig af tegen het egale wit ervan.

Langzaam brommend werd de man doorgeweekt wakker, het zal de temperatuur zijn geweest. Hij gleed over de restanten wax uit de inmiddels leeggelopen kuip. Op de grond tegen de wasmand lag een haast geheel gevuld oranje potje. Versiert met een witte deksel en met een gelijkkleurig getypt etiquette. Verwonderd trok hij zichzelf op aan de wastafel. In de spiegel keek hij naar een man met druiperig grijs haar. Een doorleefd gezicht in een midlifecrisis, een die niet langer verborgen werd door verf in zijn haar.
Vanuit de deurpost keek ze nawalgend naar haar gewassen varkentje. De man moest hebben geweten dat dit het einde was van zijn vette geverfde haar, enkel zijn diepe passie voor groen wit en rood verraadde nu nog zijn nationaliteit. Ze had hem verleidt en zonder toestemming zijn haar gewassen.

Door een doffe klap gevolgd door een indringende priem in haar onderrug werd ze nogmaals wakker uit iets dat in latere reflecties enkel als dagdroom kon worden gezien. Een parasol rolde nog een eindje de straat over na de voor haar pijnlijke ontmoeting. Na wat te fronzen stak ze haar hand in haar jaszak en voelde een potje. Haar blik viel op de praktijk waaronder de apotheek huisde en besefte zich dat vandaag waarschijnlijk geen goede dag was om te gaan zwemmen. Dokter Gilbert zal het wel bij het rechte eind hebben gehad toen hij zei dat verdere behandeling haar misschien zou baten, en dat ze direct naar huis toe moest.
__________________
op een lege maag geen revolutie
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 12-02-2005, 01:42
snoodaard
Avatar van snoodaard
snoodaard is offline
Wat tips van jezelf.

- Begin niet 3 keer achter elkaar een zin met Ze.
- Gebruik o.a. het woord langzaam niet teveel.
- Maak je zinnen niet te langdradig.
- Zorg dat er geen spelfouten in zitten.
- Een keer melden dat iemand een baard heeft is genoeg.
- Schep meer spanning.
- Breng duidelijkheid in de daad, de vette haren van een italiaan wassen.
- Maak de overgang tussen dagdromen en realiteit wat soepeler, eveneens die tussen stukken waar je wat tijd overslaat.

Verder heb ik het niet vervelend gevonden om te lezen.

Blijf proberen!
__________________
op een lege maag geen revolutie
Met citaat reageren
Oud 12-02-2005, 23:38
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Citaat:
snoodaard schreef op 11-02-2005 @ 16:21 :
De koude wind(1) blies de onverdraagbaar smerige zeelucht(2) door haar gezicht. Die verdomde duinen. Haar traanbuizen stonden haast op springen(3) maar voordat zij zich door deze liet overmeesteren draaide ze zich om richting station(4). Het station, de weg er naar toe zou nog een hele opgave worden(5). Zeker geen zonder gevaren of hindernissen. Nu scheelde het dat ze op een blauwe maandag, toen ze nog op het middelbare onderwijs zat(6), aanvoerster van de lokale hordeloopvereniging was geweest. Ook de ervaring uit het halve trainingsjaar van de Landmacht(7) zou haar bijstaan op deze tocht. Ze wist nog goed hoe ze haar drilinstructrice haatte.(8) Het mens liet haar maar niet met rust, zeker niet als ze al schreeuwend van trauma’s uit haar jeugd(9) de stormbaan bestormde(10). Wat haar bezielde, en dat na, zo leek het,(-!-) eeuwig gepreek over daadkracht, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheid maar vooral moed. Altijd had ze al het vermoeden dat deze dame van gezag een oogje op haar en haar doosje had(11), gelukkig was ze wijs genoeg dergelijke aantijgingen niet te verbaliseren. Zoiets had haar, toen nog in het vooruitschiet liggende, militaire carrière zeker geschaad. Was het niet dat zij een collega militair met de binnenband van de dienstdoende sergeant (!)zijn fiets bevredigde(!) (12) tijdens de ochtendinspectie van de kazerne. Oneervol ontslag was nog nooit zo pervers geweest(!,!) gonsde het door de roddelkanalen van haar divisie(13).

Een soort van afrastering in de vorm van een rood hek met ronde buizen(14) blokkeerde haar toe nu toe voorspoedige(15) weg. Het verlichte blauwe bord(16) met daarop ‘Den haag’ toornde boven een slecht betegeld perron(17) uit. Ze was er.
De weg was veel minder moeilijk gebleken dan ze eerst verwachte. Hindernissen hadden zich enkel geopenbaard als wat zand in haar linkerschoen net tussen haar grote teen en aangrenzende teen in combinatie met een losse veter. Van beide was de oorsprong haar een raadsel. Gevaar was er stukken minder geweest, het bleef beperkt tot een aan het fietspad grenzend bouwwerk dat haar vanwege de fascinatie die het opwekte haast uit koers dreef.
Allereerst hulde voor je omslachtige methode criticasters te lokken, door zelf de spits af te bijten, al kan daar een andere reden achter zitten. Daarnaast zie je dat ik maar een stukje van de tekst heb behandeld. Ik werd het daar zat, en weet ook niet meer precies wat ik met de getallen wilde zeggen, maar in grote lijnen komt het er op neer dat je teveel om het werkelijke verhaal heendraait. Ook hebben te veel zelfstandige naamwoorden éen of meerdere bijvoegelijke naamwoorden.
En er was nog iets. Dat weet ik ook niet meer. Maar kijk gerust eerst even naar je eigen commentaar...
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Drugs & Alcohol Stabiel nationaal druggebruik?
Ir. de Narie
5 31-01-2007 13:55
Liefde & Relatie Liefde: leven en sterven
de abt van sion
8 23-11-2003 09:48
Software & Hardware Micro$oft
Yaris
72 26-07-2003 17:10
Software & Hardware Apple vs. Windows
Sterrenkijkster
84 30-06-2003 15:38
Nieuws, Achtergronden & Wetenschap Bush vraagt meer macht aan Congres
Tox
22 22-07-2002 22:47
Huiswerkvragen: Exacte vakken Stabiele stoffen
Newton
1 15-12-2001 20:33


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:46.