Gedachten vliegen als vogels door mijn hoofd. Wat wil ik, wat moet ik, wat doe ik, wie ben ik Godsnaam? Vertel het me. Zeg mij wie ik ben. Bevestig mijn bestaan.
Een weekend vol emoties. Zaterdag uit met Manon en Gina. Rockslag. Blije gezichten, knuffels, drank, spanning. ’s Nachts zoende ik jouw mooie lippen. Niet voor de eerste keer, en hopelijk ook niet voor het laatst. Onder een dak van bladeren die ons warm hielden deelde ik mezelf met jou. Wij. Jij en ik. Niet voor altijd, maar nu even wel.
Zondagmiddag. Maartjes vader dood. Geschrokken en met een leeg gevoel eet ik mijn zondagse maaltijd. Het anders zo lekkere eten valt me nu zwaar. ’s Avonds naar Jos. Niet wetende wat te voelen. Samen onder één deken. Nog meer vogels in mijn hoofd. Licht uit. Lieve woorden heen en weer. Samen één gedachte. Het is niets. Pure vriendschap, dat is het. In zijn mooiste vorm.
Tranen van zijn kant. Tranen van verdriet, oud verdriet. Hij is moe, sloopt zichzelf. Ik wist het. Ik wist het al heel lang. Ik troost hem in het donker. Het zwart van de nacht maakt de kamer groter dan hij is. Voor mijn gevoel liggen we samen in bed in een balzaal. Twee lichamen die elkaar vast houden. Hij speelt met mijn haar, ik hou daarvan, dat weet hij.
Het is niets. Het is vriendschap, in zijn mooiste vorm.
Laatst gewijzigd op 21-01-2006 om 12:12.
|