Morgen heb ik een presentatie over de resonantiefrequentie in een fles. Op zich heb ik alles goed voorbereid, maar toch heb ik nog één vraag.
Op een site staat het volgende:
Een Helmholtz resonator is een met lucht gevuld vat met een gat of hals. Door over de opening te blazen wordt de lucht in de hals een klein beetje omlaag geduwd. Als gevolg van de "verende" werking van de lucht in het vat gaat de luchtkolom in de hals nu een trillende beweging uitvoeren, net als een massa op en veer. Zo ontstaat de verrassend lage toon als je over de bovenkant van een fles blaast. Deze toon heeft een veel grotere golflengte dan de afmetingen van de hals en het vat. (NB. dit is dus een andere mechanisme dan de halve- of kwartgolflengte resonatoren met buiken en knopen die in je boek beschreven worden, zoals een orgelpijp).
Nu vraag ik me af: wat is dan het verschil tussen de resonantie in een fles en de resonantie van bijv. een orgelpijp. Ik snap dat dus de golflengte langer is, maar waarom is dit zo?
|