um, i kzal mn best doen eht wat uit te leggen.
Je moet een veld zien als iets abstracts, ent als krachten. Net als krachten hebben velden een richting en een sterkte. Alleen werkt een kracht op een punt en een veld op een hele 3D-ruimte. Exchter moet je bij natuurkunde vooral uitgaan van 2D-velden (de 3e dimensie wordt volledig genegeerd), dat zal ik dus ook doen.
Een goed voorbeeld is het veld dat ontstaat tussen twee geladen platen. Als je hier de dwarsdoorsnede van neemt krijg je twee lijnen met daartussenin het 2D-veld. In principe loopt van elk punt op de ene lijn naar eht dichtsbijzijnde punt op de andere lijn een veldlijn, maar dit zijn oneindig veel lijnen, en dus worden bij een veld slechts enkele lijnen getekend. Veldlijnen staan dus eigenlijk symbool voor het veld. Het is dan ook mogelijk met de gegeven veldlijnen oneindig veel andere veldlijnen erbij te tekenen.
Over de richting van veldlijnen...
Elke elektrische stroom (stroom van lading) ontstaat een EM-veld. Om een draad kan je de richting van dit veld bepalen door de rechterhandregel. Je moet in dlucht met je rechterhand een vuist maken met je duim naar buiten wijzend (dus in de richting van je linkerhand). Dan ga je je hand zo draaien, dat je duim in de richting van de stroomrichting gaat (van de+pool naar de-pool). Nu gaan de veldlijnen in de richting van je vingers. (maar zoek op eht web maar naar een diagrammetje ter verduidelijking).
De linkerhandregel is voor het bepalen van de Lorentz(= magnetische)kracht die wordt uitgeofend als gevolg van een interactie tussen het EMveld van een stroom en een magneet. Deze is echter lastig uitelggen vind ik.
|