het is hier in principe gewoon het uitwerken van een kansboom, zoals je wel hebt geleerd bij wiskunde waarschijnlijk. Hopelijk kom je zo een stuk verder:
zo krijg je de stukken uit de monohybride kruisingen als ' de blauwe en rode ballen enz' bij wiskunde:
GG = kans = 1/4, Gg = kans = 1/2 en gg = kans = 1/4
Nu krijgen in 'de tweede trekking' dus de uitkomsten van de andere genotypen van de andere monohybride kruising:
RR = kans = 1/4, Rr = kans = 1/2 en rr = kans = 1/4
Bij het naar beneden gaan in een kansboom moet je vermenigvuldigen, dus voor het genotype GgRr is de kans 1/4 ( 1/2 x 1/2) = 4/16.
Moet je een vraag beantwoorden als welke van de nakomelingen heeft gele en ronde bloemen ( G = geel, g = groen, R = rond, r = hoekig bijvoorbeeld), schrijf je eerst de genotypen op die mogelijk zijn:
GGRR, GGRr, GgRR en GgRr.
De kans hierop is dan volgens de kansboom op GGRR 1/4 x 1/4 = 1/16, GGRr = 1/4 x 1/2 = 2 / 16, GgRR = 1/2 x 1/4 = 2/16 en GgRr = 1/2 x 1/2 = 4/16.
Bij 'het opzij gaan' in de kansboom moet je optellen, dus de gevraagde kans is dan 1/16 + 2/16 + 2/16 + 4/16 = 9/16
Ik hoop dat je het zo een beetje begrijpt.
gr, sander
|