Wiskunde vragen deel 1

[johnbiezen]

* nog een vraag


STAT -> EDIT, getallen invullen. Ga naar het basisscherm, STAT -> CALC, 1-Var Stats. Je komt nu op het basisscherm, doe nu 2nd 1 en 2 (en 3 enz, ligt eraan hoe veel lijsten je hebt ingevuld).

maar nu de vraag:

ik weet dat x met een streepje erboven is het gemiddelde, de laatste die er staat de standaart afwijking. Maar wat is de rest?

2: een derdemachtswortel kan ook hoor.
3: ik zou die 6q er gewoon afhalen en dan de afgeleide berekenen. Dus W = 0.1q3 - q2 + 6
4: berekenen: de uitkomst van de afgeleide moet dan toch 0 zijn, niet de x-waarde?

Nou ja, wacht anders maar op iemand die kan zeggen of het klopt wat ik zeg, want ik weet eigenlijk niets van wiskunde en het is veel te lang geleden voor mij.

[johnbiezen]

Alicia Silverstone schreef op 25-05-2004 @ 14:46 :
2: een derdemachtswortel kan ook hoor.

Hoe doe je dat dan op je GR? Math --> en dan die 3e machtswortel. Heb je ook 4e machts wortel? hoe doe je dat dan

Alicia Silverstone schreef op 25-05-2004 @ 14:46 :4: berekenen: de uitkomst van de afgeleide moet dan toch 0 zijn, niet de x-waarde?[/B]

ok, ik heb het antwoord ff nagezocht en het goede antwoord is:

-0.3q2 + 2q dan moet je dus 0=-0.3q2 + 2q en hoe kan je die vergelijking dan oplossen?

[mosterd]

vraag 4:

uitkomst van afgeleide moet nul zijn dus je moet gewoon een verglijking oplossen.

vraag 3: snap ik niet echt. ik moet zelf de hele opgave zien

vraag 2: is al gezegd. uit mijn hoofd gezegd staat derdemachtswortel bij math en dan nummer 4.

vraag 1:

je vraag klopt niet echt maarja toch ff proberen.
in totaal 100 kinderen
ik geef ff een voorbeeld. aantal laat. 1 2 3 4 5 6 7
frequentie. dus hoeveel mensen er bij 1 of 2 enz laat gekomen zijn. bij 1 dus 4% bij 2, 6% bij 3, 10%, bij 4, 20% bij 5, 5% bij 6, 15% en bij 7, 40%

bij L1 vul je dan onderelkaar. 1 2 3 4 5 6 7 in
bij L2 Frequentie dus 4 6 10 20 5 15 40

en dan ga je dus naar stat--->CALC optie 1.
1-Var Stats L1,L2

ik hoop dat je het nu snapt

[mosterd]

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 15:34 :
Hoe doe je dat dan op je GR? Math --> en dan die 3e machtswortel. Heb je ook 4e machts wortel? hoe doe je dat dan

voor 4e machts moet je gewoon eerst 4 intoetsen en dan math en dan nummer 5

[johnbiezen]

mosterd schreef op 25-05-2004 @ 15:38 :
voor 4e machts moet je gewoon eerst 4 intoetsen en dan math en dan nummer 5

oke, die 4e machts gebruik je dus om X4 op te lossen in een vergelijking!

mosterd schreef op 25-05-2004 @ 15:35 :

je vraag klopt niet echt maarja toch ff proberen.
in totaal 100 kinderen
ik geef ff een voorbeeld. aantal laat. 1 2 3 4 5 6 7
frequentie.
dus hoeveel mensen er bij 1 of 2 enz laat gekomen zijn. bij 1 dus 4% bij 2, 6% bij 3, 10%, bij 4, 20% bij 5, 5% bij 6, 15% en bij 7, 40%

't staat er een beetje onduidelijk, maar je bedoelt: er zijn 7 minuten en 100 leerlingen en dan:

4% komt 1 minuut te laat
6% komt 2 minuten te laat
10% komt 3 minuten te laat?
etc (tot 100%)

En dan is die 4% de frequentie? of die 1 minuut? Kan je mss een ander voorbeeld geven (wat je mss op examen zou kunnen verwachten)? (kan je de procenten gewoon zo invullen bij L2, hoe je daar geen 0. voor?)

mosterd schreef op 25-05-2004 @ 15:35 :

bij L1 vul je dan onderelkaar. 1 2 3 4 5 6 7 in
bij L2 Frequentie dus 4 6 10 20 5 15 40

en dan ga je dus naar stat--->CALC optie 1.
1-Var Stats L1,L2

ik hoop dat je het nu snapt

het is me wel duidelijker geworden, alleen moet ik even weten wat alles betekend (de uitkomsten), er staan er 5 onderelkaar (en alleen de laatste weet ik dat is standaart afwijking)

en waar staat CALC optie 2 voor?
wanneer zou je L3 gebruiken?

en (ff iets anders weer)...hoe los je deze vergelijking op:
0 = -0.3q2 + 2 q

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 15:34 :
-0.3q2 + 2q dan moet je dus 0=-0.3q2 + 2q en hoe kan je die vergelijking dan oplossen?

Niet rolleyen.. is niet lief

ABC formule.. of even 3 seconden kijken en zien dat 1 van de oplossingen q = 0 is en de andere -0.3q2 = 2q dus -0.3q = 2 en q = -6 2/3.

Err.. het moet positief zijn.. minteken genegeerd

[johnbiezen]

Bezoekertje schreef op 25-05-2004 @ 16:37 :
Niet rolleyen.. is niet lief

ABC formule.. of even 3 seconden kijken en zien dat 1 van de oplossingen q = 0 is en de andere -0.3q2 = 2q dus -0.3q = 2 en q = -6 2/3.

ehm..nogmaals want dit snap ik NIET... (mss in stappen ofsow )

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 16:50 :
ehm..nogmaals want dit snap ik NIET... (mss in stappen ofsow )

0=-0.3q2 + 2q

Kun je ook zien als: -0.3q2 + 2q = 0.

Je ziet dat wanneer je q = 0 invult, dat alles 0 is. Maw: q = 0 is een mogelijke oplossing. Tevens kun je alles door q delen, dan krijg je:

-0.3q + 2 = 0

Dit kun je doorrekenen:

-0.3q = -2
0.3q = 2
q = 2 / 0.3 = 6.67

Succes ermee.

[johnbiezen]

aha, dus 0.03q² = 2q los je dus op om door (1)q te delen...ik snap hem!

Maar...hoe los je het op als er had gestaan 0.03q³, want als je dan door q deelt hou je 0.03q² over

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 17:07 :
aha, dus 0.03q² = 2q los je dus op om door (1)q te delen...ik snap hem!

Maar...hoe los je het op als er had gestaan 0.03q³, want als je dan door q deelt hou je 0.03q² over

Je loopt groen aan

-0.3q3 + 2q = 0
-0.3q2 + 2 = 0
-0.3q2= -2
0.3q2= 2
q2 = 6.67

En q is daar de wortel van (2.58 of -2.58).

Hmm, het moet 0.03 zijn

0.03q2 = 2
q2 = 66.67

q = 8.16 of q = -8.16

[johnbiezen]

edit

[johnbiezen]

Bezoekertje schreef op 25-05-2004 @ 17:18 :
Hmm, het moet 0.03 zijn

0.03q2 = 2
q2 = 66.67

q = 8.16 of q = -8.16

hoezo? dit was toch goed?

-0.3q3 + 2q = 0
-0.3q2 + 2 = 0
-0.3q2= -2
0.3q2= 2
q2 = 6.67

dacht net dat ik het snapte

[mathfreak]

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 17:07 :
aha, dus 0.3q² = 2q los je dus op om door (1)q te delen...ik snap hem!

Je mag alleen delen door q als q niet nul is. Wat je doet is eerst op nul herleiden, dus 0,3*q²-2*q=0,3*q(q-20/3)=0. Er geldt dan: 0,3*q=0 of q-200/3=0, dus q=0 of q=20/3=6 2/3.

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 17:07 :
Maar...hoe los je het op als er had gestaan 0.3q³, want als je dan door q deelt hou je 0.03q² over

In feite pas je hetzelfde principe toe, dus 0,3*q³=2*q herschrijf je als 0,3*q³-2*q=0,3*q(q²-20/3)=0. Er geldt dan: 0,3*q=0 of q²-20/3=0, dus q=0 of q²=20/3, dus q=0 of q=-sqrt(20/3)=-2*sqrt(5)/sqrt(3)
=-2*sqrt(15)/3=-2/3*sqrt(15) of q=sqrt(20/3)=2*sqrt(5)/sqrt(3)
=2*sqrt(15)/3=2/3*sqrt(15).

[johnbiezen]

En wat als het zo is:

6x⁴ + 3 = -3x

--> als die - er niet had gestaan deed ik delen door x..maar moet je nu delen door -x? dan wordt het dus -6x[sup]3[sup] en dan wortel van 3 trekken? (eerst nog ff die + 3 naar ondere kant)

ik hoor het wel!

6x4 + 3 = -3x


2x4 + 1 = -x
2x4 + x + 1 = 0
2x4 + x = -1

Een negatieve waarde tot de 4e macht geeft altijd een
positieve terug. Om -1 te verkrijgen moet x dan kleiner
zijn dan -1, maar dat maakt 2x4 automatisch groter en
trekt hem boven de streep.

Ik betwijfel of deze vergelijking wel een oplossing heeft.

[mathfreak]

johnbiezen schreef op 25-05-2004 @ 21:06 :
En wat als het zo is:

6x⁴ + 3 = -3x

--> als die - er niet had gestaan deed ik delen door x..maar moet je nu delen door -x? dan wordt het dus -6x³ en dan wortel van 3 trekken? (eerst nog ff die + 3 naar ondere kant)

ik hoor het wel!

Op nul herleiden geeft: 6*x⁴+3*x+3=0, ofwel 2*x⁴+x+1=0. Als je de grafiek plot van 2*x⁴+x+1 zul je zien dat dit altijd positief is, dus dat betekent dat deze vergelijking geen (reële) oplossingen heeft.