Je leert eerst alle eigenschappen van de figuren (die staan in het begin van het hfdstuk ergens)
Dan schrijft je alle gegeven zaken op.
Je tekent natuurlijk de situatie.
Je gaat kijken wat je moet bewijzen.
En dan krijg je meestal een paar basis zaken waar je op in moet gaan, het makkelijkst vind ik altijd kijken naar de oppervlakte, je zoekt dan naar iets als A=B C=B ==> C=B ofzo.
En je moet veel geluk hebben dat je de goede en makkelijkste weg kiest, maar dit geluk kan je door oefening vergroten. Verder kan ik je niet echt helpen, maar werk met de oppervlakte
En dan zet je eronder Quod Erat Demonstrandum, oftwel QED
Laatst gewijzigd op 26-05-2002 om 11:24.
|