Luctor et emergo
Rennend door de ochtend duurt de dag nooit lang genoeg
Wakker worden kostte tijd, doch is het thans nog vroeg
Nergens waar ik niet ben, Wind, beweeg me als een veer
De morgen op z´n einde waai ik in het zware weer
Middag brengt me vreemde vlagen van verstand en van geluk
Vrezend mijn spoor maar plaveiend mijn weg ga ik links
(of rechtdoor) Als leidraad één zekerheid, dood, en steeds is
mijn klaagzang te horen, maar zonder gehoor
De schemer, gekomen als bode der nacht
beeindigt mijn middag, verduistert, en wacht
het pad te verdwijnen, ik worstel en kom
naar boven waar tijd is en leven alom
reacties zijn zeer welkom, kritiek nog meer
__________________
ich seh dein herz, dein echolot, schlägt wellen in die see
|