Rond tafeltje, asbak, vaatje zout-vaatje peper.
'Lekker die milkshakes hier hmm vind je niet?', zegt een dikke man.
Aan het tafeltje zitten een dikke grote man en een ietswat zenuwachtig ogend jonge man. De jonge man kijkt nerveus in het rond en neemt een kleine slok van zijn glas rode wijn. Daarop begint hij tegen de grote te praten met een vervelend klinkende neusstem.
'Volton, luister goed, ik ga je iets vertellen.'
'ik kan me erg goed herinneren; het geval doet zich voor toen ik nog op de basisschool zat, in groep vijf geloof ik; op mijn duim had ik een klein wondje, ter grootte van het gaatje in een stopkontakt.'
'Het zat bovenop het gewricht van mijn duim, ja daar zat het.' De jonge man wijst naar zijn duim.
Volton kijkt verbaasd en snijdt zijn kalkoenbiefstuk in reepjes.
'Het wondje, ik kon er maar niet van af blijven, dat heb ik vaker met korstjes; maar goed; ik bleef het dus telkens open krabben.'
'Soms kon ik het opbrengen om het een dag ofzo met rust te laten maar dan daarna moest ik eraan zitten.'
'Je weet wel hoe dat is als je zo'n wondje openkrabt, er verschijnt maar een beetje bloed en eigenlijk zit je daarna met een soort van pusgaatje.'
Volton at altijd met snelle bewegingen. Bovendien maalde hij met een moordend tempo. Nu keek hij de ander met opgetrokken wenkbrauw aan.
'Sorry Volton, je zit te eten, maar je moet weten dat dit essentieel is voor wat ik probeer uit te leggen; het gaat om de geur van zo'n open wondje, zo'n ontstoken korstje, dat riekt zoetig; maar zoetig op een misselijkmakende manier.'
De korstjesman neemt een tweede slok van zijn glas wijn en kijkt door het raam naar de daken van de stad. Hij zucht.
'Soms dan zou ik willen, dat ik niet zo'n goed geheugen had; dat kan een ware hel zijn.'
'Er is me laatst zoiets voorgevallen; ik was ergens waar het op een bepaalde manier rook, dat was geloof ik bij iemand in de auto, ja dat moet zijn toen ik laatst een lift kreeg van mijn oude schoolvriend Hektor.'
Hektor's naam doet bij Volton wel een belletje rinkelen, maar de korstjesman gaat onverstoord verder;
'Die Hektor houdt zijn auto niet schoon, er dwalen appelkroosjes en zulks rond. Dat veroorzaakt een typische lucht en het heeft bij mij, net een week niet meer gerookt en met weer goed werkend reukorgaan de herinnering van de lucht van het duimwondje zogezegd getriggerd, snap je?'
Volton steekt een sigaret op en bromt instemmend.
'Wel, die geur, die is blijven hangen, ik moet er steeds aan denken. Van alles heb ik al geprobeerd, parfummetjes ruiken, lekker eten, ik heb zelfs weer gerookt, maar niets hielp.'
'Je hebt een geurpsychose', zegt Volton na een tijdje met zijn zware stem, de stinksigaret smeult uit in de asbak. 'Ik weet wel iets om dat te verhelpen, het ligt in mijn auto.'
Volton staat op en schuift een paar bankbiljetten onder het glas van de milkshake. Hij en de korstjesman lopen richting de liften.
Het duurt een eeuwigheid voor ze beneden zijn, het lijkt of in het warenhuis alleen vrouwen met kinderwagens zijn, die allemaal met de lift willen. Als de korstjesman en Volton eindelijk de begane grond bereiken staan ze dan ook zielig in een hoekje gedrukt omgeven door buggy's.
De korstjesman is blij om buiten te zijn, de frisse lucht daar vermindert de steeds aanwezige korstjesgeur. Het is niet druk die dag en dus hoeven ze maar kort te lopen alvorens ze Volton's auto bereiken.
Volton stapt in en opent de deur aan de zijde van de korstjesman. 'Stap in Bastiaan, we gaan een stukje rijden.'
Bastiaan; zo heet de korstjesman, liever heeft hij dat mensen hem Bas noemen maar dat weet Volton en dus is die hem altijd plagerig voluit Bastiaan blijven noemen. Geďriteerd gaat Bastiaan de korstjesman zitten. 'Je weet dat ik er een hekel aan heb als je me zo noemt Volton, en waar wil je heen rijden, ik dacht dat je de oplossing hier in de auto had?'.
'Niet zo zeuren Bastiaan', zegt Volton met een grijns op z'n gezicht terwijl hij de auto start.
Laatst gewijzigd op 17-03-2003 om 15:19.
|