Hij gaat niet naar oneiding als je de limiet neemt. het is gewoon een getal tussen -1 en 1. Is te bewijzen door de substitutie regel. Wanneer sin[1/x] even opdelen in 1/x die bij lim x=0 naar oneidig gaat. Dan bepaal je de limiet naar oneidig van van sin[x] en die is tussen de -1 en 1. Die streepjes, of dat zwarte vlak, bij nul is te verklaren [ weet niet helemaal zeker] doordat daar de sinus helemaal "doorslaat". De periode van de sinusgolf word zo klein, dat het niet meer normaal te tekenen is. Dus bij nul is de sinus periode gewoon zeer klein. te klein om goed te kunnen tekenen. Met de sinus periode bedoel ik dus eigelijk de golf periode
__________________
"Only two things are infinite, the universe and human stupidity, and I'm not sure about the former. "
|