| 
	
	
	
	 
		
		Brief aan mijn dochter   
 
 
Waar ben je? 
Ik heb je nog niet in mijn schoot gevoeld, 
mijn melk heeft jou nog niet gevoed, 
mijn armen hebben je nog niet mogen troosten, 
je tranen hebben mijn schouders nog niet beroerd. 
Maar ik leef voor jou. 
 
Kleine meid, waar ben je? 
Ik heb je vergiffenis nog niet gevraagd. 
Met de stommiteiten van mijn generatie 
werd je nog niet geconfronteerd. 
Het komt nog wel. 
Toch leef ik voor jou. 
 
Lief kind, waar ben je? 
Ik heb je het leven niet geschonken. 
De kinderliedjes ken ik niet uit het hoofd. 
Je lange zwarte haren heb ik nog nooit 
in een paardenstaartje verzameld. 
Maar ik ben er voor jou. 
 
Lief kind, vergeef me 
dat jij mijn wonden moet hechten. 
Dat jij de prijs zal moeten betalen 
voor mijn flaters 
en je vaders flaters 
en de flaters van de mensheid die in jouw reine ziel gegrift staan. 
Maar ik ben er voor jou.
	 
	
	
	
	
	
		
		
	__________________
	In den beginne was het woord 
	 
	
	 |