Verkrachters Pakistan toch vast 11-03-'05
Het hoogste islamitsche rechtsorgaan in Pakistan heeft de vrijspraak van vijf mogelijke verkrachters ongeldig verklaard. De mannen zouden de verkrachting van de 33-jarige Mukhtar Mai op hun geweten hebben en werden daarvoor op 3 maart vrijgesproken.
De vrijspraak van de ter dood veroordeelde Pakistanen leidde deze week tot wereldwijd protest. Mai, die wordt bewonderd omdat ze de zaak naar buiten durfde te brengen, kreeg zelfs bezoek van de hoge commissaris voor de vluchtelingen in Pakistan in haar woonplaats Meerwala, een dorpje 500 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad Islamabad.
De Federale Sharia Raad vindt dat de rechtbank die de mannen vrijsprak, geen recht van spreken heeft. Alleen zij mag over verkrachtingszaken oordelen, zo oordeelde het hoogste rechtsorgaan.
Eerwraak
De vrouw werd in juni 2002 verkracht door vier mannen. Zij zouden dat hebben gedaan in opdracht van de plaatselijke dorpsraad en vele dorpsbewoners waren getuige. De verkrachting was een vorm van eerwraak, omdat het 13-jarige broertje van Mai iets zou hebben gehad met een oudere vrouw van een andere clan.
Mai heeft de 'affaire' overigens altijd ontkend. Volgens haar is de groepsverkrachting een poging geweest om de verkrachting van haar broertje door mannen van de machtige Mastoi-clan te verhullen.
Pas nadat de openbare groepsverkrachting internationale kritiek had gekregen, greep de Pakistaanse president Musharraf in. De vier verkrachters en twee leden van de dorpsraad werden in augustus 2003 ter dood veroordeeld. Op 3 maart werden er dus vijf vrijgesproken en bij één verdachte werd de doodstraf omgezet in een levenslange gevangenisstraf.
De Federale Sharia Raad heeft nog niet bekendgemaakt wanneer zij de zaak verder in behandeling neemt. Voorlopig blijven de zes verdachten achter slot en grendel.
Zo hoort het in een rechtsstaat.