de functie van deze vraag is dat je bedenkt dat als je een willekeurige parabool hebt en deze de X-as snijd dat de Y dan nul is.aan het eind van de tunnel is H nul.
dan kun je door middel van de H in te vullen bij de formule de X daar te weten komen.
dit kun je uitrekenen door middel van het gebruik van de ABC formule.
-B+- wortel(B^2 - 4*A*C)
_________________ = X
2a
of door middel van ontbinden in factoren.
aangezien de X in meters is en de grafiek op X=0 begint heb je dan je antwoord al.
als de tunnel bij X=2 begon moet je er natuurlijk nog 2 bij op tellen.
TIP: vergeet bij examens vooral niet eenheden te vermelden. en lees altijd nog een keer de vraag door zodat je bijvoorbeeld niet vergeet om dan die twee er nog bij op te tellen.
h= -0,8X^2 + 5,6X - 6,6
0= -0,8X^2 + 5,6X - 6,6
a= -0,8 b= 5,6 c= -6,6
invullen bij de abc formule en dan krijg je:
X = 1,5 en X is 5,5
het verschil is 4 dus de breedte is 4 meter
bij vraag B moet je zien dat het midden van de tunnel ligt op X = 3,5 het gemiddelde van 5,5 en 1,5
als de camper midden door de tunnel rijd zal hij van beide kanen vanaf het midden 1 moeten kunnen afwijken
de hoogte van de tunnel zal daar dus hoger dan 2,3 meter moeten zijn dus vul je bij de formule in X=2,5 of X= 4,5
je zult uitkomen op H = 2,4 meter dus de camper kan door de tunnel heen rijden.
|