De volgende woorden komen niet in mijn woordenboek voor: make, vande, tan, moek, zegge, wa, da, ta, zegge en plzzzz.
1. Schietspoel (1730) door John Kay. Doel: 2x zo snel weven.
In gebruikname: 1750, omdat vraag naar katoen toenam.
Gevolg: gebrek aan spinsters --> lonen en textielprijzen omhoog.
2. Spinning Jenny (1764) door James Hargreaves. Doel: spinnen versnellen tot 16 draden
tegelijk.
Gevolg: breekbaar katoen.
3. Waterframe (1769) door Richard Arkwright. Doel: ruwe, sterke draad leveren.
Gevolg: mogelijk om stoffen volledig uit katoen te maken.
4. Mule (1779) door Samuel Crompton. Doel : Combinatie van de Jenny en het frame.
Gevolg: Snelle productie met fijn en sterk draad. Katoen werd voortaan voor alle soorten
kleding gebruikt. Na verval van patent (1785) op grote schaal gebruikt.
(Examenonderwerp geschiedenis 2)
__________________
Ik ga links want ik moet rechts. En we gaan nog niet naar huis.
|