Roepnaam: Romy
Geslacht:
v
verklaring:
Du. vleivorm van Rosemarie. De naam is bekend geworden door de actrice Romy Schneider (= Rosemarie Albach-Retty, 1938-1982).
Doopnaam (niet lachen

):
Rosina (komt van Rosa):
Rosa
Geslacht:
v
verklaring:
In het algemeen van Lat. rosa `roos', maar het kan ook een verkorting zijn van een Germ. naam met als eerste element Rod-, Hrôth- `roem' (en niet, zoals veelal wordt aangenomen, van *ross, Oudhoogduits (h)ros, Middelnederlands ors, Ndl. ros, Eng. horse `ros, paard'). O.i.v. de middeleeuwse lyriek werden dergelijke namen `angeglichen' aan Lat. rosa. Heiligennaam: 1) Rosa van Viterbo, geb. ald. 1235, gest. 1252; kerk. feestdag: 4 sept.; 2) Rosa van Lima, de eerste heilige van Zuid-Amerika (1586-1617). Zij heette eigenlijk Isabella, maar werd Rosa of Rosita genoemd wegens de bloemen die zij verkocht voor de armen. Kerk. feestdag: 30 aug. Zie ook Rosalia en Roselina. Wat betreft het in gebruik komen van de naam in deze streken het volgende. Bij Rozekin, 2e helft 12e eeuw, Rozo, Gent 1240 e.a. (Tavernier-Vereecken 120), evenals Holl. Rose, Rosekin, 14e eeuw, hebben we zeker nog met Germ. naamvormen te maken. Vormen als Rosalia, Rosalie, Rosette komen in het z. sinds de 16e eeuw, in het n. sinds de 17e voor.
Maria
Geslacht:
v
verklaring:
Hebr. Mirjam, naam van de zus van Mozes en Aâron (Num. 26,59). Er bestaan ruim 60 verklaringen voor de naam, hetgeen er op wijst dat de betekenis van de naam zeer onzeker is. De meest gebruikelijke verklaring is `bitterheid'. Een van de oorzaken van deze onzekerheid is de oorspr. schrijfwijze van het woord, namelijk zonder de klinkers. De Septuagint maakte er Mariam van, de gebruikelijke Gri. vorm. In de Vulgaat werd deze vorm waarschijnlijk als een accusativus opgevat, zodat daar de vorm steeds Maria werd. In de middeleeuwen werd deze vorm vaak geassocieerd met Lat. mare `zee', vandaar stella maris `sterre der zee' en dergelijke bijnamen. Verscheidene feestdagen in het kalenderjaar zijn aan Maria, de moeder van Christus, gewijd (er zijn ook andere heiligen van deze naam, zie bijv. Goretti en Magdalena). De voornaamste feestdagen zijn: 8 dec. Onbevlekte ontvangenis, 25 maart Mariaboodschap en 15 aug. Mariahemelvaart. Zijn populariteit kreeg de naam bij ons pas zeer laat in de middeleeuwen, omdat schroom de mensen ervan weerhield de naam van Maria, de moeder van Christus, als persoonsnaam te gebruiken (vgl. de naam Jezus, die alleen in Zuid-Europa voornaam werd). Volgens Debrabandere blijkt echter dat de naam tijdens de Middeleeuwen in Vlaanderen lang niet zo zeldzaam was als men meent (Debrabandere 1959, blz 27). Volgens Lebel 119 was Maria als doopnaam in Fra. lang verboden en begon hij zich daar te verbreiden in de 10e eeuw. Bij Socin is de naam niet voor de 2e helft van de 11e eeuw aan te treffen (Florence), in West-Vla. in de 12e eeuw. In het z. is hij al vroeger (13e/14e eeuw) populair dan in het n.; Holl. 1222: Maria, echtgenote van graaf Willem I. Aanvankelijk kwam hij vooral in hogere standen voor; Jan Marienman (blijkbaar een belangrijke vrouw), Dordt 1312 (SRD). Pas in de 14e/15e eeuw wordt de naam hier frequent. In z. streken (bijv. Spa.) gebruikte men eerst verschillende omschrijvingen van Maria, bijv. Dolores, Mercedes, Asunción om zo a.h.w. de naam te benaderen. Ook voor jongens is Maria als tweede of derde doopnaam bij r.k. in gebruik gekomen, soms met verschuiving van de klemtoon naar de eerste lettergreep, in de vorm Maricus soms in Noord-Brab.