Ik heb als klein meisje niets van
de bloementjes geplukt,
ik heb ze netjes laten staan,
het pad bewandeld
maar niemand zal hebben gezien
zo geluidloos als ik kroop
Ik heb nooit van je gevraagd,
geen aandacht en geen liefde,
ik heb van je gehouden
maar woorden zwegen,
ik heb je stilte nooit verstoord
-je hield daar meer van dan van mij-
En toen al, om de bloemen
maar niet te hoeven zien lonken
en je woede niet te voelen,
heb ik mijn ogen neergeslagen
in plaats van te huilen
en nog draag ik daar nu, de lasten van
|