Hallo,
Ik kom er maar niet uit met de kansberekeningen. Wou net is goed aan de gang gaan met de opgaven, maar zodra ik de antwoorden vergelijk komt het dus allemaal niet uit
Wie zou mij kunnen helpen bij 1 opgave? zodat ik er misschien bij de rest uit zou kunnen komen... want kan het maar nie begrijpen.
Een medewerkster in een apotheek heeft per ongeluk 3 placebo's laten vallen in een doosje met 17 normale pillen die niet van de placebo's te zijn onderscheiden. Het doosje met in totaal 20 pillen wordt gewoon verkocht aan een patient.
a. De patient haalt 6 pillen uit het doosje. Hoe groto is de kans dat hierbij geen placebo's zijn? Hoe groot is de kans op 1, de kans op 2 en de kans op 3 placebo's?
b. De patient neemt op 20 achtereenvolgende dagen 1 pil per dag in. Hoe groot is de kans dat de 3 placebo's op 3 actereenvolgende dagen ingenomen worden?
__________________
Ik kom er dus niet uit en volgens mij hoef je bij dit soort opgave de binomiale verdeling niet te gebruiken...
De antwoorden zijn overigens op deze vraag:
a: 0,319 - 0,479 - 0,184 - 0,018
b: 0,0158
Maar ik kom er dus maar niet uit

Ik hoop dat iemand mij een duidelijke uitleg kan geven zodat ik het begin te snappen deze kansberekeningen.
Alvast heel erg bedankt!
Mvg,