Wiskunde, PO loterijen

[Klijn]

Met een groepje van drie alfa's moeten wij op het moment een PO voor wiskunde maken, over loterijen. Als één van de onderdelen moeten we de staatsloterij en de postcodeloterij met elkaar vergelijken, maar ik snap er echt niks van. Ik kan op zich wel kansberekenen, maar ik snap niet eens hoe die loterijen werken. Ze hebben zoveel loten en acties en ik volg dat soort dingen echt nooit. Dit is de opdracht:

a. Bij welke loterij is de kans op de laagste prijs het grootst?
b. Bij welke loterij is de kans op de hoogste prijs het grootst?
c. Wat is bij iedere loterij de verwachte uitkering? Bereken zowel de gemiddelde uitkering voor iemand die een lot koopt, als voor de organisatie.
d. Voor welke loterij zou je kiezen? En waarom? Geef een uitgebreide toelichting.

Is er iemand die ons kan uitleggen hoe deze loterijen precies werken, en ons misschien een duwtje in de rug kan geven over hoe we nou aan zo'n opdracht moeten beginnen?

Je kunt beginnen met op de websites van die loterijen te kijken, daar staat een heleboel uitgelegd. Je kunt bekijken hoeveel loten er gemiddeld per maand of per jaar verkocht worden en hoeveel prijzen ze weggeven, dan kun je daaruit berekenen wat de kans is dat je iets wint. En dan heb je een begin

[Klijn]

Ik heb daar inderdaad gekeken, het probleem is alleen dat vooral de postcodeloterij echt tig verschillende soorten trekkingen heeft, en ik weet niet wat ik daar mee aan moet. Of ik dan alle trekkingen mee moet tellen, of alleen de prijzen die binnen die ene trekking vallen..

Zie hier: http://www.postcodeloterij.nl/web/sh...0695/sc=ad9ec4

Tsja, dat zul je aan je docent moeten vragen denk ik. Je kunt ook gewoon de grootste trekking doen, één die het hele jaar doorloopt en waar de meeste mensen aan meedoen. Om echt alles mee te nemen lijkt mij inderdaad lastig.
Maar nogmaals, docenten zijn er om dingen aan te vragen, dus als je zeker wilt weten wat hij/zij van je verwacht zul je er even heen moeten gaan.

Edit: ik denk dat je toch wel meerdere dingen mee kunt nemen, er staat bijna overal bij vermeld hoe vaak een trekking wordt gedaan en wat ermee te winnen valt. Zo te zien is die dagprijs de kleinste prijs die je kunt winnen en de postcodekanjer de grootste prijs.

[Klijn]

Bedankt voor de hulp, ik heb inmiddels maar gewoon zelf een keuze gemaakt van wat ik wel en niet meetel..

[Rob]

De staatsloterij is maandelijks en minder frequent. Voor de eerlijkste vergelijking zou ik dus de maandelijkse equivalent van de postcodeloterij nemen, mits die bestaat.

[Klijn]

Helaas moeten we van de opdracht echt de staatsloterij en de postcodeloterij gebruiken..

[WelVrolijk]

Dan lijkt het inderdaad voor de hand te liggen, om
- voor de postcodeloterij te kijken naar de maandelijkse trekkingen van de postcodeloterij
en
- voor de staatsloterij te kijken naar de maandelijkse trekkingen van de staatsloterij
precies zoals Rob voorstelt.