Wanneer ik wakker word
zie ik
de cyfers roodgloeiend staan.
De wekker kookt over
en mijn ogen
verdwijnen achter stoom.
En ik verwijt het
jou,
met je kleppen in het dons.
Je ontluikt
mijn pesthumeur
en duikt dieper in je droom.
Zodra ik opsta
kies ik
bewust? Mijn woorden, maar vooral
stiltes.
De thee vriest zich in
en mijn hersenspin
wordt bepegelt met kristal.
Denderend van de trap
hoor ik je,
met niet alleen verwarde stem,
roepen: Schatje!
Stamp niet zo!
En hoopt zwijgend
dat ik me omdraaien zal.
__________________
echte mannen eten geen honing, die kauwen op bijen
|