Je kan die ontvouwde kegel een beetje beschouwen zoals een gelijkbenige driehoek (maar onderaan dan een boog in plaats van een lijnstuk). Dus je tophoek blijft voor de kegel hetzelfde of je nu een kegel van 12 cm lang maakt en 5cm breed onderaan of 6cm hoog en 2.5cm breed onderaan. Een andere manier om dat te zien is als volgt: die ontvouwing gaat een cirkelsegment zijn, dus voor een stompe kegel, ga je bijna een cirkel hebben (natuurlijk nooit helemaal een cirkel, maar goed). Van een cirkel weet je dat de omtrek (dus onderste zijde) 2 * pi * straal is, zodat je ook kan zien dat een cirkel met halve straal, ook de halve omtrek gaat hebben. Door te gaan spelen met die straal, veranderen we in onze opgave niets aan de tophoek, zodat het wel degelijk een geldige redenering is.
Nu, verder hebben we de definitie van een radiaal nodig: een radiaal kan je afleiden uit het volgende: 360° komt overeen met 2 * pi radialen; of ook nog dat je op een eenheidscirkel (straal = 1) een lengte 2*pi aflegt als je helemaal rondgaat (dus als je over de cirkel zou lopen, dus niet de hoek die je aflegt, maar wel de afstand op je cirkel). En vermits een cirkel dus in het rondgaan dus 2 pi radialen als hoek heeft, en een lengte over je cirkel van 2*pi, is een radiaal een hoek waarbij je exact een lengte 1 aflegt over je eenheidscirkel. Ik hoop dat je mijn uitleg een beetje begrijpt, want nu breng ik beide gegevens samen.
Met een cirkel met straal 12 cm kan ik eigenlijk niet werken, het zou toch zo veel handiger zijn om een eenheidscirkel te hebben. Dus we delen alle afstanden door 12 cm (dus we krijgen een cirkelsegment met straal 1 en booglengte van 5/12). Maar wacht eens even: uit het tweede volgt dat als je op een eenheidscirkel langs de cirkel een afstand van 1 aflegt, de bijhorende hoek 1 radiaal is. Dus net hetzelfde voor een booglengte van 5/12 op je eenheidscirkel: de bijhorende (middelpunts)hoek is daar 5/12 radialen.
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|