Vrouw, je danst,
vrouw, je danst...
en je wandelt over bruggen,
roddelt achter ruggen
maar zelf,
vrouw,
ben je zwak.
Want van kind af aan
deed je alsof
ingewikkelde gevoelens niet bestaan
achter jouw rug
spreekt men de waarheid
en ontdekt men
in een moment van klaarheid
jouw vreselijk geheim.
Vrouw, je danst
de dood tegemoet
zoals de jongste en de zwakste
altijd de eerste is
en zoals de sterren
al lang
een reflectie van een schim
van een schaduw zijn.
Ik was jouw pronkstuk
jouw laatste kans
maar vrouw,
jij danste met de dood
en kocht
niets anders dan verdorven brood
voor jouw kroost
jouw kinderen
en liet me sterven,
je leefde niet,
niet voor mij
zoals ik stierf voor jouw,
vrouw, moeder
en zwakkeling.
|