Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 09-10-2005, 19:46
_superboer_
_superboer_ is offline
Ik was weer eens m'n hw aan het maken en kwam toen op het volgende probleem:

vraag:
Een wedstrijdschaatser (82 kg) sprint weg en heeft in 3,0 s al een snelheid bereikt van 7,8 m/s. De tegenwerkende wrijvingskrachten kunnen nog worden verwaarloosd. Bepaal het vermogen dat de schaatser heeft ontwikkeld in de eerste 3,0 s.

Ik dacht:

a = v/t = 7,8 / 3 = 2,6 m/s^2
F = m * a = 82 * 2,6 = 213,2
P = F * v = 213,2 * 7,8 = 1,66 * 10^3 W

Het antwoord moest volgens de leraar echter 8,3 * 10^2 W zijn.

Toen ging ik het op een andere manier proberen:

Ek = 0,5 m * v^2 = 0,5 * 82 * 7,8 ^2 = 2,49444 * 10^3
P = delta E / t = 2,49444 * 10^3 / 3 = 8,3 * 10^2 W

Wat is er fout aan de eerste berekening?
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 09-10-2005, 20:34
sdekivit
sdekivit is offline
Citaat:
_superboer_ schreef op 09-10-2005 @ 20:46 :


Ik dacht:

a = v/t = 7,8 / 3 = 2,6 m/s^2
F = m * a = 82 * 2,6 = 213,2
P = F * v = 213,2 * 7,8 = 1,66 * 10^3 W

omdat v over de 3 seconden niet constant is moet je <v> nemen ipv v omdat je snelheid verandert over de tijd.

je methode is correct, maar het wordt dan:

P = 213,2 * (7,8/2) = 8,3 x 10^2 W
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:12.